Hortus Leiden 2024

Page 1

Hortus Leiden MAGAZINE VAN DE HORTUS BOTANICUS LEIDEN 2024

GROENE OASE SINDS 1590

Thema

Geur Gefopt met geur en kleur

De groene omgeving verbeeld

Reconstructie van een oud parfum

Hortus blij met Ronde Sterrewacht


Ophrys minuscula

Ophrys lutea

Ophrys tenthredinifera

Ophrys leochroma

Ophrys bombyliflora

Ophrys reinholdii


Ophrys aesculapii

Ophrys eos

Ophrys grandiflora

Ophrys normannii

Ophrys beloniae

Ophrys villosa


Vieren & vergaderen in het groen Omgeven door weelderige bloemen, eeuwenoude bomen, tropische kassen en water is de Hortus een prachtige plek voor alle soorten evenementen. Of het nu gaat om een feest zoals een bruiloft, jubileum of borrel, of een zakelijke bijeenkomst zoals een vergadering, lezing, congres of diner: de Hortus biedt alle mogelijkheden in een paradijselijke omgeving.

Boek nu! hortusleiden.nl/zaalverhuur


Voorwoord We kunnen terugkijken op een succesvol 2023. Een jaar zonder coronabeperkingen. Niet alleen ging een recordaantal bezoekers door de toegangspoort van de Hortus, ook was er een veelheid aan mooie bijeenkomsten. U begrijpt, dat gaat natuurlijk niet vanzelf. De inzet van een enthousiast en gemotiveerd Hortus-team, heel veel vrijwilligers, onze horeca-partner en het commitment van de Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen en de Universiteit Leiden, hebben bijgedragen aan dit succes. Ook het bestuur van de Vrienden heeft, mede dankzij de bijdrage van de Vrienden, zich ingezet om 2023 voor de Hortus tot een succes te maken. De vijver is gerenoveerd en er is inmiddels een mooi waterrijk deel van de tuin aan het ontstaan. De omringende beplanting is goed aangeslagen en het geheel ziet er prachtig uit. Heel verheugd zijn we dat we, na een grondige voorbereiding en ook intensieve gesprekken met de universiteit, gemeente Leiden en omwonenden, konden starten met het realiseren van de ‘Ronde Sterrewacht’ en de Mediterrane tuin. In het voorjaar van 2024 vinden de oplevering en de opening plaats. Wij zijn er van overtuigd dat dit een extra beleving gaat toevoegen aan een bezoek aan onze Hortus. Aan beide projecten konden de Vrienden een belangrijke bijdrage leveren. Het vierjarige project ‘Verborgen Stadsnatuur’ is eind 2022 van start gegaan. De Hortus is verantwoordelijk voor één van de werkpakketten. PhD-student Tim Claerhout richt zich in de urbane omgeving van Leiden en andere steden met name op (korst)mossen die op bomen groeien. Daarnaast werkt PhD-student Nienke Beets door in het stoepplantjesprogramma, dat zich in een steeds grotere belangstelling van een breed publiek mag verheugen. Beide projecten zijn voorbeelden van zogenaamde ‘burgerwetenschap’ (citizen science), waarin burgers nadrukkelijk worden ingeschakeld bij het doen van waarnemingen en het geven van input aan onderzoekers. Mooi om te zien dat onze Hortus de botanische wetenschap zo mooi met de samenleving verbindt en er midden in staat!

In 2024 staat het thema ‘geur’ in de Hortus centraal. Geuren spelen een cruciale rol in het voortbestaan van een plantensoort. Insecten worden gelokt om bestuiving tot stand te brengen, om dieren te verleiden om er van te eten en zaden te verspreiden, maar met geur beschermt de plant zich ook tegen al te overvloedige vraat. En wij mensen genieten van de frisheid in een plantentuin, heerlijke geuren van bloemen en vruchten of we komen zo nu en dan ruiken aan enorm stinkende (penis)planten…. Het thema ‘planten en insecten’ dat alle botanische tuinen in Nederland behandelen, sluit daar naadloos op aan. In alle vier de seizoenen zal de Hortus delen van de collectie in het ‘geur-zonnetje’ zetten. We kijken uit naar een mooi nieuw jaar en heten u graag van harte welkom in onze botanische wereld bij onze evenementen, bij rondleidingen en andere inspirerende bijeenkomsten.

Paul Keßler, prefect Hortus botanicus Leiden Peter Inklaar, zakelijk directeur Hortus botanicus Leiden John van Ruiten, voorzitter Stichting Vrienden van de Leidse Hortus

v.l.n.r. John van Ruiten, Paul Keßler, Peter Inklaar ©Simone Both

Geur Voor u ligt een ‘geurend’ magazine. Dat begint al met de fraaie coverfoto die Rogier van Vugt maakte van ons kroonjuweel, de Victoria amazonica, die naar ananas ruikt. Margaret Kong, Hennie Völker-Dieben en Nuala Teerink vertellen over hun favoriete geurende plant, terwijl Diedel Kornet en Martin White hun liefde betuigen voor het Rosarium in de Hortus. Planten fabriceren geur om hun bestuivers te lokken. Een aantal artikelen gaat in op de relatie tussen planten en insecten en de trucs die ze daarbij uithalen: Ophrys en Ceropegia. Jack Sluijs beschrijft het belang van geur in breder verband en Norbert Peeters duikt in de historie. Margot Lodewijk en Maxime Boersma hebben veel leuke weetjes voor kinderen gevonden over geur. Onze ‘gast’ dit jaar is de Faculteit Sociale Wetenschappen van de Universiteit Leiden: Hanneke Hulst vertelt over medische en psychosociale implicaties van geur. Hoe zelfs papieren bloemen kunnen geuren, leest u in de bijdrage van Stine Berg Evensen. Het maken van parfums speelt bij uitstek in op geur. Al lang geleden was men ermee bezig. Mia Hopperus Buma interviewde Ineke Huysman over de reconstructie van een parfum volgens een oud recept van Constantijn Huygens. Merle Bergers vertelt over de parfums die ze maakt

op plantaardige basis. Heel bijzonder is het gegeven dat niet alleen mensen parfums bereiden, de orchideebij doet dat ook om de vrouwtjes te verleiden. Naast geur zijn er andere interessante onderwerpen. Wim Voortman vertelt smakelijk over zijn belevenissen als rondleider in de Hortus. Een groot project is tot vreugde van de Hortus afgerond: de Ronde Sterrewacht. Architect Gerard Smit en projectleider Patricia Vandecasteele verbergen hun trots erover niet. Dit jaar zult u mooie borden in de Hortus zien verschijnen om de weg te wijzen. Emma Knapper vroeg Roos Petrovskyi naar het hoe en waarom. De Taxon Foundation organiseert een onderzoek naar de biodiversiteit van het Singelpark. Afgelopen september was de Hortus aan de beurt. Kunst komt aan bod via het bezoek dat Annemarie Broersma bracht aan het atelier van Lisanne Wepler. En Hanneke Jelles vraagt uw hulp. Veel dank gaat ook bij deze editie weer uit naar iedereen die er belangeloos aan heeft meegewerkt. Adri Mulder, hoofdredacteur

Hortus botanicus Leiden 2024 2023 5


Mid zomer nacht

Inhoudsopgave

ia tickets ven.nl id le s u hort

vrijdag 21 juni 2024 vanaf 19.30 uur

12 Gefopt met geur

Plantenmarkt zaterdag 11 mei 2024 10-17 uur

Muse u vrij e mkaart ntree

[foto cover] Rogier van Vugt: Victoria amazonica De Victoria is de parel in de kroon van onze kroonjuwelen. Zij weet met haar bloemen ook in het geurjaar de show te stelen. Nog voordat de bloem open gaat, vult ze de lucht met een zoete, ananasachtige geur die kevers aantrekt om de bloemen te bestuiven. [foto’s pag. 2/3] Jan Meijvogel: Ophrys


24

44

Paardenkastanje in vernis mou

Huygens’ parfum

56 Aanleg Ronde Sterrewacht

THEMA Geur Jaarthema ‘Geur’ (Hanneke Jelles) 08 Belang van geur (Jack Sluijs) 10 Gefopt met geur en kleur (Adri Mulder) 12 Flores tristes (Norbert Peeters) 18 Hortus Kids (Margot Lodewijk) 22 Merle Bergers (Merle Bergers) 28 Ceropegia, bloemen vol list en bedrog (Annemarie Heiduk) 36 Bijenparfum (Jack Sluijs) 38 Huygens’ parfum (Mia Hopperus Buma) 44 Geur en Brein (Mia Hopperus Buma) 48 Rozengeur (Jack Sluijs) 52 Papieren Bloemen (Stine Berg Evensen) 62 Rubriek ‘Mijn favoriete geurende plant’ Margaret Kong (Jack Sluijs) 21 Hennie Völker-Dieben (Annemarie Broersma) 35 Nuala Teerink (Jack Sluijs) 41

En verder: Voorwoord (John van Ruiten, Paul Keßler en Peter Inklaar) 04 Belevenissen van een rondleider (Wim Voortman) 16 De groene omgeving verbeeld (Annemarie Broersma) 24 Seizoenspagina’s (Emma Knapper en Hanneke Jelles) 30 Steun de Hortus 34 Expeditie Singelpark (Adri Mulder) 42 Veilig dwalen in de Hortus (Emma Knapper) 54 Ronde Sterrewacht (Adri Mulder) 56 Vaardige Vrienden gevraagd (Hanneke Jelles) 59

Fluorescerend onder UV-licht: Begonia maculata [foto] Rogier van Vugt

Hortus botanicus Leiden 2024 7


Elk jaar kiest de Hortus een thema om een bepaald deel van de collectie uit te lichten. Een bezoeker die voor het eerst in de tuin komt, moet zijn of haar weg nog vinden, en wil niets van de hoogtepunten missen. Vrienden van de Hortus kennen de tuin vermoedelijk als geen ander. Zij weten dat de Hortus bij elk bezoek iets nieuws biedt. Het weer, de seizoenen, het moment van de dag, er is altijd iets te zien dat u nog niet eerder bent tegengekomen. Maar behalve te zien, is er ook van alles te horen en te ruiken. Dit jaar wordt u uitgenodigd om de tuin met uw neus te ontdekken. [tekst] Hanneke Jelles [foto’s] Simone Both, Jan Meijvogel, Cunie Sleijpen

Geur Jaarthema


Jaleesa Juda van de frontoffice [foto] Simone Both

Hyacinten en narcissen aan de Singel [foto] Cunie Sleijpen

Themaplattegrond

Saffraankrokus [foto] Cunie Sleijpen

Bijzonder dit jaar is dat er vier themaplattegronden gemaakt worden, één voor elk seizoen. Op elke plattegrond zijn tien geurende planten aangegeven. Probeer ze te vinden en laat uw neus z’n werk doen. Natuurlijk is er heel veel meer te ruiken in de tuin dan de genoemde soorten. Elk seizoen en elke plek in de tuin hebben hun eigen geuren. Ga op ontdekkingstocht met uw neus en voeg een nieuwe dimensie toe aan uw bezoek.

Mediterrane tuin

Bolbloeiers zijn er al vroeg. Afgelopen najaar zijn er extra geurige voorjaarsbloeiers geplant. In de kuipen kunt u er zonder bukken gemakkelijk bij met uw neus. Naar verwachting is de nieuwe mediterrane tuin, achter de Sterrewacht, in mei 2024 beplant. Natuurlijk moet alles dan nog aanslaan en uitgroeien. We zetten daarom steeds wat extra geurige planten in kuipen en kisten zodat er altijd iets te ruiken is.

Programma

De agenda vindt u elders in dit blad. Een paar tips: de workshops parfum maken van Kloddertje Roze zijn leuk om samen te boeken, een creatief uitje met een vriend(in), buur of (klein)kind. De papieren bloemen die Stine Berg Evensen maakt zijn onwaarschijnlijk realistisch en elegant, zie de foto’s achterin dit blad. Wilt u het zelf proberen? Dan kunt u in de lente of de zomer een workshop bijwonen en naar huis gaan met uw eigen papieren madeliefje of roos. En we verwachten veel van de wandeling en proeverij Romeinse kruiden van Ellis Grootveld: een leuke manier om de nieuwe mediterrane tuin te leren kennen met al uw zintuigen. Combineer het met een bezoekje aan het Rijksmuseum van Oudheden aan de overkant van het Rapenburg en u heeft een bijzondere Romeinse dag.

Families van jong tot oud

Vanaf medio april tot einde herfstvakantie is er een speurtocht met het thema geur verkrijgbaar bij de entree. Van die geurspeurtocht ontwikkelen we ook een prikkelarme versie, zodat we kinderen en families die daarbij gebaat zijn ook een mooie ervaring kunnen bieden. Voor kinderen zijn er twee nieuwe stickers, waarvan er één naar banaan ruikt. De stickers, getekend door illustrator Iris van den Akker, zijn zo mooi dat u ze misschien voor uzelf ook wilt hebben. Vraag erom bij de entree. Vanaf najaar 2023 tot voorjaar 2024 werkt een groep studenten in het kader van een Technolab Challenge aan een geurwandeling met speciale aandacht voor ouderen. Hiermee willen we bezoekers stimuleren om samen met een ouder familielid een leuke tijd in de Hortus te hebben.

Rimpelroos [foto] Jan Meijvogel Hortus botanicus Leiden 2024 9


Vlieg op Helicodiceros muscivorus [foto] Jan Meijvogel

Het belang van geur Tijdens een wandeling in de Hortus botanicus kom je tot rust, terwijl je toch van alles ziet en hoort. De wereld lijkt bedoeld om aangenaam te prikkelen en dat maakt indruk op ons. Maar ook wat we daarbij ruiken is van groot belang voor onze ervaring, ook al zijn we ons daar soms minder van bewust. Prettige geuren kunnen ons positief beïnvloeden. [tekst] Jack Sluijs [foto’s] Jan Meijvogel, Adri Mulder

A 10 Hortus botanicus Leiden 2024

lle geuren zijn van belang, ook als ze minder aangenaam zijn. Planten en bloemen gebruiken geur in de interactie met elkaar en met dieren, zoals insecten. Zo zijn bijen en hommels dol op de zoete bloemengeur die nectar belooft. Maar ook vleermuizen, kevers, mieren en vliegen reageren sterk op geuren. Ook als die naar ons oordeel niet prettig zijn. Denk aan de geur van aronskelken waar aasetende insecten verzot op zijn, of de geur van fermenterend overrijp fruit.

en onderscheiden. Ook zijn er insecten die met hun pootjes geuren waarnemen. Het onderscheid tussen verschillende geuren is van belang. Verschillende soorten bloemen geven verschillende soorten geuren. Zo kunnen planten zelf bepalen welke insecten ze willen aantrekken. Het resultaat is dat hun bloemen vooral worden bezocht door insecten die door hun lichaamsbouw en gedrag de meeste kans geven op succesvolle overdracht van stuifmeel en dus bevruchting.

Insecten hebben geen neus. Maar ze hebben wel antennes met celletjes die geuren heel goed opvangen

Maar planten doen meer met geur dan alleen werken aan een succesvolle voortplanting. Ze kunnen met


De ingang van de korf wordt bewaakt [foto] Jan Meijvogel

Pelargonium graveolens [foto] Adri Mulder

geuren insecten ook verjagen. Planten kunnen bij stress, als ze worden aangevreten door rupsen of bladluizen, geuren afgeven waarmee ze insecten lokken die zulke plaagdieren opeten of die, zoals de sluipwespvrouw, hun eitjes leggen in de rups die daarna door de larfjes van binnenuit wordt verslonden. Het lijkt erop dat planten soms zelfs geuren gebruiken om elkaar te waarschuwen voor naderend gevaar. De naburige planten worden dan met geur aangezet stoffen aan te maken die ze voor vraatzuchtige insecten minder aantrekkelijk maken. Zelfs ondergronds geven planten vluchtige stoffen vrij waarmee ze schimmels aantrekken die voedingsstoffen voor de plant aanmaken.

‘Geur is van groot belang in de wereld van planten en dieren’

Geur is dus van groot belang in de wereld van planten en insecten. Met geuren worden insecten aangetrokken of soms juist afgestoten en voor de communicatie tussen insecten onderling is geur zelfs van levensbelang. Met geurstoffen vinden insecten partners voor de voortplanting. Ook is geur essentieel voor het vinden van voedselbronnen. Bovendien gebruiken insecten geur om zich te beschermen. De vrouwtjesbijen en de koningin van een honingbijenvolk hebben een gezamenlijke nestgeur waarmee ze elkaar herkennen. Daardoor wordt aan bijen zonder de juiste geur de toegang tot de bijenkolonie geweigerd. Zo beschermt de kolonie zich tegen indringers. Mannetjes-honingbijen, oftewel darren, kunnen niet voor zichzelf zorgen. Ze moeten worden gevoerd en schoongehouden door de vrouwtjes. En ook al hebben ze niet de geur van de kolonie, ze worden altijd bij elke willekeurige kolonie binnengelaten voor een hapje of een reinigingsbeurt. Als het bloeiseizoen afloopt en er geen jonge koninginnen meer uitkomen die bevrucht moeten worden, is het uit met de pret voor de darren. Ze zijn dan niet meer nodig en omdat ze de juiste nestgeur missen, worden ze resoluut tegengehouden, waarna ze verhongeren. Alleen de vrouwen die al het werk hebben verricht, hebben de juiste geur. Zij profiteren van de honingvoorraad en overleven de winter.

Vraat door een larve van een bladwesp [foto] Jan Meijvogel

Ook mieren die leven in heel grote en ingewikkelde samenlevingen, communiceren met geur. Dat doen ze zo goed dat in een kolonie van zo’n 100.000 mieren geen verkeersopstoppingen ontstaan en larfjes steeds op tijd worden gevoed en verzorgd, terwijl de verdediging van de kolonie binnen de kortst mogelijke termijn geheel inzetbaar is. Het verspreiden van geur in de wereld van planten en dieren is erg efficiënt. Er is maar weinig geurstof nodig om opgemerkt te worden en dus kost de productie ervan maar weinig energie. Er is een eindeloze hoeveelheid geurprikkels voor onderling contact, aantrekking, afstoting en verdediging zowel in de planten- als in de dierenwereld, een zeer complexe en fascinerende geurenwereld waarvan wij mensen nog lang niet alles doorgronden. De onderlinge verbondenheid door geuren is vaak heel subtiel. Zo kan een plant zich prima verweren tegen vraat in de eigen omgeving, maar bij verplaatsing naar een ander gebied kan dit mislukken, omdat plaagdieren daar weer net iets anders reageren op de geurstoffen van die plant. Binnen de wereld van geur is de mens een bescheiden speler, want ons reukvermogen is maar matig. Maar met behulp van moderne technieken is er voor onderzoekers een wereld te ontdekken op het gebied van geurstoffen. Ook al ruiken mensen niet heel goed, toch vinden we het wel belangrijk. Door het beperkte reukvermogen van de mens slaat gewenning aan een geur al snel toe en dan nemen wij die niet meer goed waar. Daarom bevat een succesvol parfum altijd meerdere ‘geurlagen’. De eerste ‘geurlaag’ bestaat uit frisse geurcomponenten. Die vervluchtigen het eerst. Denk aan citrusgeuren of de geur van verse kruiden. Zodra gewenning aan de geur ontstaat, laat een goed parfum de zwaardere geurcomponenten vrijkomen. Denk dan aan pelargonium, vaak geraniumgeur genoemd. Dan merk je het parfum weer op. Dit effect kun je herhalen met nog zwaardere geuren zoals vanille. Geurende planten zoals citrus, pelargonium en vanille zijn allemaal te vinden in de Hortus botanicus. Hortus botanicus Leiden 2024 11


Bijenorchis (Ophrys apifera) [foto] Jan Meijvogel

Bloemen die insecten foppen met

geur en kleur

Ophrys -- Ophrys is zowel enkel- als meervoud -- (spiegelorchissen) hebben heel interessante strategieën voor de voortplanting. Hun bloem imiteert een vrouwtjesinsect qua vorm en kleur en ook met geur. Zo lokt een ophrysbloem mannelijke insecten. Daarnaast kan Ophrys zich voortplanten via knolletjes. [tekst] Adri Mulder [foto’s] Hein Leertouwer, Jan Meijvogel, Adri Mulder

12 Hortus botanicus Leiden 2024

Wisteria floribunda [foto] Adri Mulder


Ophrysknolletjes [foto] Adri Mulder

Speciale interesse

Al z’n leven lang is Jaco Kruizinga geïnteresseerd in de natuur. Daarom studeerde hij biologie, maar na zijn afstuderen was er geen baan beschikbaar in biologisch onderzoek. Hij is toen in dienst getreden bij de Hortus waar hij de tropische orchideeën en de Zuid-Europese bolen knolgewassen onder z’n hoede heeft. Hij heeft alle vrijheid om daar onderzoek aan te doen. Ophrys, knolgewassen, hebben zijn speciale interesse. In Nederland komt de bijenorchis (Ophrys apifera) steeds vaker voor, maar de meeste Ophrys-soorten vind je in Zuid-Europa. Al zijn vakanties besteedt Jaco aan het zoeken naar Ophrys in ZuidEuropa. Hij komt nog steeds hem onbekende soorten tegen. Daarvan probeert hij dan zaad te verzamelen.

Knolletjes

Ophrys groeien in een redelijk warm klimaat dat natte met droge perioden afwisselt. Het mediterrane klimaat met zachte, natte winters en hete, droge zomers is dus heel geschikt. Tijdens de droge zomer overleeft een Ophrys als knolletje in de grond. Zodra het nat begint te worden, loopt het knolletje uit met behulp van het voedsel in het knolletje. Later gaat de plant bloeien en met het voedsel dat hij via fotosynthese aanmaakt, ontwikkelt hij een of meer nieuwe knolletjes voor het jaar erop. Het oude knolletje verdwijnt, alleen uit nieuwe knolletjes groeit het seizoen erop een nieuwe plant. Zodra het te droog wordt sterft de plant boven de grond af.

Adverteren met seks

In de natuur heeft een Ophrys twee voortplantingsstrategieën: geslachtelijk en ongeslachtelijk. Via de hierboven beschreven

Vreemde vorm van de bijenorchis door zelfbestuiving in de duinen [foto] Adri Mulder

knolletjes plant een Ophrys zich ongeslachtelijk voort. Maar voor genetische diversiteit is een geslachtelijke voortplanting belangrijk. En hier komt de bijzondere strategie van Ophrys om de hoek kijken. De bloem bootst een vrouwtjesinsect na in vorm en kleur. Bovendien scheidt de plant feromonen af. Feromonen zijn lokstoffen die geproduceerd worden door de vrouwtjes. Mannetjes komen via hun zicht af op het zogenaamde vrouwtje en via hun reuk op de feromonen. Als een mannetje plaatsneemt op de bloem waar hij een vrouwtje denkt te bevruchten, worden pollenpakketjes op zijn rug geplakt. Bij het bezoek aan een volgende bloem wordt die bestoven. Bij sommige soorten wordt niet alleen het vrouwtjesinsect nagebootst, maar ook daaromheen de bloemen waarop de vrouwtjes meestal te vinden zijn, zoals het roze van een cistusbloem of een gele bloem bij de Ophrys lutea. Dan kan het mannetje ze nog beter vinden. Elke Ophrys-soort kan maar door enkele insectensoorten bestoven worden, de relatie met de bestuiver is behoorlijk specifiek. Daardoor vermijdt de plant kruisbestuivingen met andere soorten, waardoor hybridisatie zou kunnen optreden. De insecten op hun beurt kunnen meer dan één soort Ophrys bestuiven, enige hybridisatie kan optreden. Ophrys zijn echter regionaal behoorlijk gespreid, zodat hybridisatie in praktijk weinig voorkomt. Het insect dat de bijenorchis bestuift is nog niet meeverhuisd naar Nederland. Hier kan de plant toch zaad vormen, omdat hij zichzelf kan bestuiven. Daardoor treedt wel inteelt op, waardoor je soms vreemde vormen tegenkomt. Ophrys adverteren bij wijze van spreken met seks en niet met voedsel (nectar) voor de bestuiver, een strategie van veel andere bloemplanten. Het bestuivende insect ontvangt van Ophrys geen beloning, hij wordt gefopt.

Hortus botanicus Leiden 2024 13


Bijenorchis met pollenpakketjes [foto] Adri Mulder

Om zaad uit Ophrys te verkrijgen bestuift Jaco de planten met de hand. Jaco bij de kweekbakjes [foto] Adri Mulder

Kweken

Bij het kweken van Ophrys in de Hortus werkt Jaco samen met de Vereniging Orchideeën Vermeerdering waarvan de leden zelf orchideeën kweken. De meesten houden zich bezig met tropische orchideeën, maar enkelen kweken Ophrys. Orchideeënzaad is heel fijn, de zaadjes bevatten geen voedsel voor de kiemplant. Daardoor kan een zaadje in de natuur alleen ontkiemen door een samenwerking met schimmels in de bodem aan te gaan. De leden van de vereniging kweken het zaad op agar (een voedingsbodem voor het kweken van micro-organismen) waaraan ze veel geschikt voedsel toevoegen. Het zaadje kan dan zonder schimmel ontkiemen. Dat moet wel steriel gebeuren, want bacteriën en schimmels van buiten doen het ook heel goed op zo’n voedingsbodem. De kwekers hebben daarom de beschikking over een zogeheten laminaire flowkast die lucht van buiten

14 Hortus botanicus Leiden 2024

tegenhoudt. Jaco levert zaad van Ophrys uit de Hortus aan. De kwekers van de vereniging kweken die op. Daarvan krijgt Jaco dan weer exemplaren terug en een deel houden de kwekers zelf, een vruchtbare samenwerking. Om zaad uit Ophrys te verkrijgen bestuift Jaco de planten met de hand. Hij laat dat niet over aan insecten die er in de meeste gevallen ook niet zijn in Nederland. Jaco vermeerdert de Ophrys in de Hortus ook jaarlijks met het oogsten van de nieuwe aangemaakte knolletjes. Die bewaart hij een tijd droog en dan kweekt hij ze na de zomer weer op in verse grond. In 1986 heeft Jaco voor het eerst Ophrys in het wild gezien. Vanaf die tijd probeert hij ze te kweken. Sinds 2011 verzamelt men in de Hortus bol- en knolgewassen, dus ook Ophrys. De collectie beslaat nu zo’n honderd verschillende types. In het voorjaar zijn veel exemplaren daarvan te bewonderen in het bollenkasje.


Flowers that deceive insects with scent and colour Ophrys—Ophrys is both singular and plural—have very interesting strategies for reproduction. Their flower imitates a female insect in shape and colour as well as scent via pheromones (attractants secreted by female insects). Thus, an ophrys flower lures male insects. Pollen packets are stuck on the back of the male insect when he perches on the flower where he thinks to fertilise a female. When he visits the next flower, it is pollinated. Additionally, Ophrys can also reproduce through nodules.

In the Hortus, Jaco Kruizinga deals with the extensive collection of Ophrys. They are grown from seed in collaboration with the Orchid Propagation Society. Jaco also collects newly formed tubers with which the plants can be propagated vegetatively.

Tom bij de de light reflection probe [foto] Hein Leertouwer

Waarom ziet een insect in een ophrysbloem een partner?

Tijdens zijn Masterstudie Ecologie en Evolutie heeft Tom Veldhuis onderzocht welke overeenkomsten in kleurpatronen er bestaan tussen ophrysbloemen en vrouwtjesinsecten. Barbara Gravendeel, onderzoeker bij Naturalis, was bij dit onderzoek betrokken. Tom heeft in totaal 29 soorten Ophrys bekeken uit acht van de tien hoofdgroepen, een grote diversiteit derhalve. Daarnaast zijn 22 soorten bestuivers bestudeerd. 27 soorten Ophrys heeft Tom gekregen van Jaco Kruizinga uit de Leidse Hortus. De bijenorchis en de vliegenorchis komen in Nederland voor, dus die heeft hij uit het wild verkregen. Omdat de vliegenorchis een beschermde plant is, kreeg Tom daarvoor speciale toestemming. De 22 soorten bestuivers -- veel soorten bijen, waaronder hommels, wespen en een keversoort -- heeft hij te leen gekregen uit de collectie van Naturalis. Het doel van het onderzoek was na te gaan in hoeverre een bloem echt lijkt op de specifieke bestuiver ervan. Op het opticalab in Groningen werkt Tom met een apparaat, de light reflection probe, die een bundel geconcentreerd licht met een spectrum van infrarood tot en met ultraviolet richt op onderdelen van de te

Ophrys lutea [foto] Jan Meijvogel

onderzoeken bloem of het insect. Vervolgens meet het apparaat de reflectie. Zo kun je nagaan welke kleur wordt gereflecteerd en dus wat het insect ziet. Insecten zien voornamelijk geel, blauw en UV-licht. Bijen bijvoorbeeld kunnen geen rood zien. Tom zag onder meer op de bloemen een glanzende structuur met een sterke piek in UV-reflectie, die een voor een insect sterk zichtbaar signaal creëert. Hetzelfde sterke UV-signaal werd gemeten bij de vleugels van vrouwtjesinsecten. Hier is dus sprake van een duidelijke overeenkomst. Voor de veronderstelling dat Ophrys naast het vrouwtjesinsect ook de kleuren van de bloemen nabootst waarop zij meestal te vinden is, werd bewijs gevonden op basis van de metingen. Eind 2023 is Tom begonnen met een promotieonderzoek aan de Rijksuniversiteit Groningen bij Casper van der Kooij, waarbij deze studie verder wordt uitgebouwd. Opnieuw gaat Tom hierbij samenwerken met Jaco Kruizinga en Naturalis, in samenwerking met Barbara Gravendeel, voor het materiaal. Hij zal zich dan ook richten op het evolutionaire aspect: hoe zijn de wonderbaarlijke, heel specifieke relaties tussen Ophrys en haar bestuivers ontstaan?

Hortus botanicus Leiden 2024 15


Belevenissen

Bij de ginkgo [foto] Adri Mulder

van een rondleider

Maak je borst maar nat – als je de Nederlandse dendrologische vereniging rond mag leiden, nemen ze het bij de eerste de beste boom van je over en kom je er als rondleider niet meer aan te pas. Die waarschuwing kreeg ik te horen bij het IVN, in de Leidse Hortus en ook in de hortus van Delft. Ze zijn berucht, die dendrologen, vooral in de verhalen. [tekst] Wim Voortman [foto’s] Jan Meijvogel, Adri Mulder

16 Hortus botanicus Leiden 2024

Wolfskers (Atropa belladonna) [foto] Jan Meijvogel


I

k had nog nooit een groep dendrologen rondgeleid, tot afgelopen september. En dan meteen maar een internationaal gezelschap, met uitleg in het Engels dus. Aan het begin van de rondleiding bracht ik hun reputatie ter sprake: ‘Rondleiden van dendrologen geldt onder de rondleiders als...’ Hier wachtte ik met opzet even en meteen kwam uit de groep het antwoord: quite a challenge. Inderdaad. Algemene hilariteit. Het ijs was meteen gebroken, en ik heb zelden zo’n geïnteresseerde groep rondgeleid. Ik start mijn rondleidingen dikwijls bij het begin van de Hortus, dus met de Clusiustuin, die door de stichting van de universiteit ook een product van de Tachtigjarige Oorlog is. ‘Wanneer was die?’ Vijftigplussers weten daar meestal wel een antwoord op te geven, al was het maar ongeveer, maar middelbare scholieren en hbostudenten hebben daar zelden nog enig benul van. Er is altijd wel een lolbroek die dan ‘lang voor mijn tijd’ roept, maar het is eigenlijk diep triest. Maar wat wil je ook met geschiedenis als facultatief vak? Het ontzet van Leiden had de stad dus niet alleen een universiteit opgeleverd, maar iets later ook een eigen Hortus. ‘Wanneer was Leidens Ontzet?’ Drie oktober, dat weten ze wel, in elk geval als het Leidenaren zijn, want dan viert de hele stad feest. ‘In welk jaar?’ ‘Elk jaar.’ Tja... In de Clusiustuin staan nogal wat giftige planten. In vroeger jaren werden producten daarvan wel gebruikt tegen ontstekingen (al wist men nog niets van bacteriën) of als pijnstiller. Mits voldoende verdund uiteraard. Een dodelijk giftige plant is de wolfskers, die aan het begin van de herfst ook nog eens prachtig glimmende bessen draagt. Deze werden wel gebruikt om van een lastige wolf af te komen, vandaar de naam. Eén bes ervan in een stukje vlees was voldoende. Verdund sap van de bessen werkt hallucinogeen. Daarom werd dat wel in heksenzalven gebruikt; in het Duits heet de plant niet voor niets Tollkirsche. Eén bes kan voor een volwassene al fataal zijn. Als ik dat vertel, komt heel vaak de vraag of die plant dan niet beter verwijderd kan worden, want als er nou eens een kind... Daar heeft men een punt. Je mag natuurlijk niet plukken in de Hortus en kleine kinderen komen eigenlijk nooit zonder toezicht in de Clusiustuin. ‘Maar u heeft gelijk, sterker nog: er is zelfs wel eens een ongeluk mee gebeurd.’ En dan zie je verschrikte gezichten. ‘In Groningen, met een dochtertje van professor Munting en een vriendinnetje van haar. Die meisjes hebben het niet overleefd. Ergens rond 1665.’

het niet thuisbrengen.’ Pas als men weet welke geur het is, komt de herkenning. Eén keer was er een meisje van een middelbare school dat haar handen door het citroenkruid haalde en meteen haast verontwaardigd ‘O, cola’ opmerkte. Ze vroeg nog net niet hoe ik zo’n stomme vraag had kunnen stellen, maar haar gezicht sprak boekdelen.

‘In de Clusiustuin staan nogal wat giftige planten, zoals de wolfskers.’

In het begin van mijn carrière als rondleider heb ik een paar keer geassisteerd bij een les aan schoolkinderen. Nu heb ik wel een onderwijsachtergrond, maar vooral met volwassenen. Negen- en tienjarigen zijn nooit echt mijn doelgroep geweest. De kinderen kregen les over de VOC-schepen die naar Indië voeren om specerijen te halen, daar maanden over deden en over de ontberingen voor de bemanning. Na de les kregen de kinderen een blad met opdrachten om in de kas bepaalde planten te zoeken en daarover iets op te schrijven. Waar staat de koffiestruik? Of: hoeveel bananen zitten er aan de bananenplant? Zo konden ze zelfstandig iets doen zonder het risico dat ze ergens in de tuin verdwenen. Twee meisjes hadden wat opdrachtjes uitgevoerd en kwamen toen naar me toe met een probleem dat ze kennelijk nogal bezighield. Meneer...’ Twee bezorgde gezichtjes keken naar me op: ‘We moeten straks naar de vleesetende planten. Is dat niet eng?’ Toen smolt ik.

Wim Voortman is neerlandicus, hij heeft gewerkt in de natuurbescherming en is docent geweest. Hij is sinds 2017 rondleider in de Hortus.

‘Zomaar’ geuren herkennen is moeilijk. In de Clusiustuin staat een kweekvorm van citroenkruid die naar cola ruikt. Elders in de tuin staan twee onderling verwante bomen waarvan de bladeren naar pindakaas ruiken. Als ik toehoorders vraag de geur te herkennen, lukt ze dat zelden. ‘Het komt me wel bekend voor, maar ik kan

Wim vertelt [foto] Adri Mulder.

Enge vleesetende plant (Drosera scorpioides) [foto] Jan Meijvogel


Pelargonium triste [foto] Wikimedia Commons

Flores tristes In de plantencatalogus van de Hortus botanicus uit 1668 prijkt de Geranium

indicum nocte odoratum, oftewel ‘de nachtelijk-geurende Indische geranium’. Inmiddels is de plant bekend onder de naam Pelargonium triste. Ze groeit in het wild rondom Kaapstad. [tekst] Norbert Peeters [foto’s] Jan Meijvogel, Adri Mulder, Wikimedia Commons [afbeeldingen] Jacob Breyne, © UBL, Bijzondere collecties 18 Hortus botanicus Leiden 2024

Stapelia gariepensis [foto] Jan Meijvogel


D

e soortnaam triste is ooit gekozen door de Zweedse botanicus Carolus Linnaeus. In zijn tijd was het gebruikelijk witte bloemen die met het vallen van de avond de heerlijkste parfums verspreiden aan te duiden als flores tristes, oftewel ‘melancholische bloemen’. Het had iets triests om ’s nachts zo te geuren.

Linnaeus waagt als eerste een poging om plantengeuren te catalogiseren. Zijn dissertatie Odores medicamentorum (1752), verdedigd door zijn student Andreas Wåhlin, bevat een rudimentaire indeling in zeven klassen: welriekend, aromatisch, ambrosiaal, lookachtig, bokachtig, vies en misselijkmakend. De aangename geuren deelt Linnaeus op in twee categorieën. Onder de aromatische groep schaart hij bijvoorbeeld lavendel, anjers en anijszaad en onder de welriekende geuren Doerian (Durio zibethinus) [afbeelding] Het Pelargonium triste [afbeelding] Exoticarum de zoete parfums van de linde, lelie en jasmijn. Hier Amboinische Kruidboek (1741-50) van G.E. aliarumque minus cognitarum plantarum stelt hij de onaangename geuren tegenover. Zo vallen Rumphius © UBL, Bijzondere collecties centuria prima (1674-78) van Jacob Breyne cannabis, dille en koriander onder de vieze geuren en het lelietje-van-dalen, drakenwortel en stapeliabloemen onder de misselijkmakende. Tussen deze twee uitersten bevinden zich de geuren die zweven tussen aantrekkelijk Bingo, drie keer is scheepsrecht! De laatste optie lijkt de meest en onaantrekkelijk. Tot de ambrosiale rekent hij bijvoorbeeld de doerian, aannemelijke. Maar Brown had zijn twijfels. maar ook muskuskaasjeskruid en muskusooievaarsbek. De lookgeuren slaan vanzelfsprekend op uien, knoflook en look-zonder-look. Tot slot Charles Darwin behoort tot de eerste botanici die onomwonden de bokachtige geuren die ruiken als onze geslachtsorganen en vaak benadrukt hoezeer plantenparfums samenhangen met bestuivers. In het lustopwekkend zijn. Deze geuren worden verspreid door onder meer boek over bestuivingsbiologie The Effects of Cross and Self Fertilisation orchideeën, stinkende ganzenvoet en robertskruid. Maar naar de ware (1876) deelt hij zijn observaties en experimenten met plantenparfums. Zo betekenis van deze geuren kon Linnaeus slechts gissen. valt hem op dat bloemen vaak niet én opvallende kleuren én opvallende geuren hebben. Het is vaak één van de twee. Ook merkt hij op dat De eerste botanicus die na Linnaeus aan de haal gaat met plantengeuren vooral witte bloemen die ’s avonds bloeien, sterk geuren, zoals onze is de Schotse botanicus Robert Brown. In zijn A manual of botany (1847) melancholieke pelargonium. Volgens Darwin ligt de verklaring voor de geeft hij zijn eigen classificatie en reflecteert hij op de betekenis van hand. Als een nachtvlinder in de schemering een bloem wil lokaliseren bloemparfums: helpt een helwitte kleur en een penetrante geur. Hij concludeert: ‘We hebben zeker de schoonheid en geur van onze bloemen en de opslag van een grote hoeveelheid honing te danken aan het bestaan van ‘Het gebruik van smaak en geur is niet erg duidelijk. Planten insecten.’ Van de zoete, zinnenstrelende jasmijn tot de lijkenlucht van de zouden minder geurig […] kunnen zijn zonder hun functies ook maar enigszins te verstoren; maar ongetwijfeld zijn deze stapelia-lokaasbloemen, stuk voor stuk zijn het geuren die niet bedoeld zijn voor onze neus maar voor de reukorganen van een schare bestuivers. eigenschappen er niet, behalve om een wijs doel te dienen, Er is dus niets droevigs aan de Pelargonium triste met haar witte, of om de zintuigen van de mens te bevredigen. Mogelijk paars gevlekte, welriekende bloemen. Behalve dat ze hier in het koude houden ze verband met de bevruchting van planten door noorden haar nachtelijke bezoeker moet missen. middel van insecten.’

Look-zonder-look [foto] Adri Mulder

Muskuskaasjeskruid [foto] Adri Mulder

Robertskruid [foto] Adri Mulder


ZIJN EERSTE SCHILDERIJEN 20 JANUARI T/M 16 JUNI 2024

TUINREIZEN NA A R A LL E WI N DS T R E KE N

T U I N R E I Z E N N A A R A LLE W I N D S T R E K E N

Japan op de gevoelige plaat 19e-eeuwse foto’s uit de Kurokawa Collectie 22 sept 3 mrt ’24

OOK IN 2024 STA A N WE V OOR U KL A A R . Voor meer info rmatie:

Voor meer informat ie: www.gardentours.nl w 088 w w.g e n info@gardentours.nl to u r s.n l Tel.: - 007 13ard 00, e-mail:

Tel. : 088 - 007 13 00, e -mail : info@garde n tour s.n l


Margaret met haar afrikaantjes [foto] Adri Mulder

Afrikaantje (Tagetes) [foto] Adri Mulder

Mijn favoriete geurende plant

Margaret Kong over het afrikaantje Margaret Kong is sinds twee jaar horticultureel medewerker in de Hortus botanicus Leiden. Margaret heeft de hoveniersopleiding gedaan met twee specialisaties te weten: tuintekenen en tuinaanleg. Daarnaast beschikt zij over de nodige technische certificaten. Denk daarbij aan het werken met een motorkettingzaag en de veiligheidsaspecten van professioneel tuinwerk. [Tekst] Jack Sluijs [foto’s] Adri Mulder, eigen collectie Margaret Kong

M

haar jeugd in Suriname. Daar hadden haar ouders een kruidenierszaak argaret deed veel praktische ervaring op als vrijwilliger op de buitenplaats Hofwijck. Het huis en de tuin zijn ontworpen aan het Pad van Wanica, de route tussen Paramaribo en vliegveld Zanderij. Rondom het huis was een groot erf dat werd gedeeld met door Constantijn Huygens in 1641. Ervaring die haar de buren. Margaret kan zich de geur van afrikaantjes op dat erf goed goed van pas kwam tijdens haar praktijkstagejaar bij een herinneren. Als zij in de Hortus langs de kuipen met hoveniersbedrijf dat gespecialiseerd is in erfgoedtuinen en afrikaantjes loopt en deze geur weer ruikt, komen allerlei monumentale buitenplaatsen. Met deze ervaring is zij de mooie herinneringen aan haar jeugd en het ouderlijk Hortus komen versterken. Bij haar beroepskeuze was het huis weer terug. buiten werken voor Margaret een belangrijk aspect. Buiten Het planten van afrikaantjes op het erf is trouwens worden al je zintuigen geprikkeld en dat is waardevol. een logische keuze. De plant komt van origine uit Iedereen die van tuinieren houdt, zal dit beamen. De geur de warmere streken van Midden-Amerika en is juist van gras, bomen en planten, maar ook van dauw en regen vanwege de scherpe smaak en geur beslist niet geliefd kan een gevoel van welbevinden geven dat je met een bij veel dieren. Afrikaantjes beschermen dan ook goed kantoorbaan niet zo snel zult ervaren. tegen vraat. De plant houdt insecten zo goed uit de Aangename geuren, zoals zoet ruikende rozen, zijn heel buurt, dat ze de bijnaam ‘stinkertje’ heeft gekregen. Zo prettig, maar ook scherpere geuren kunnen interessant zie je maar dat geuren veel met je doen. Niet alleen zijn. Zo roept de scherpe geur van afrikaantjes Margaret als kind parfumachtige luchtjes, maar ook de geur van planten oftewel Tagetes, een plant uit de composietenfamilie op het erf in Suriname met een niet al te vleiende bijnaam. (Asteraceae), bij Margaret prettige herinneringen op aan

Hortus botanicus Leiden 2024 21


hortus Kids

[tekst] Maxime Boersma en Margot Lodewijk

Lokken of juist niet? Hebben alle dieren een neus?

rode ieze geur e i o o M hele v t e m lokt

Rafflesia arnoldi [Illustratie} Maxime Boersma

22 Hortus botanicus Leiden 2024

1

Wat is nu de aller, allergrootste bloem ter wereld? Dat is de lijklelie, genaamd Rafflesia arnoldi! Deze joekel heeft een doorsnee tot wel één meter. Een bloeiende Rafflesia arnoldi kan wel meer dan 10 kilo wegen. Daarmee is deze reus ook meteen de zwaarste bloem ter wereld. De lijklelie is dieprood gekleurd met witte, vlekachtige stippen. Je kunt de Rafflesia tegenkomen in de regenwouden van Azië. Daar ligt ze half verscholen in de schaduw geduldig op de grond. Toch is ze niet te missen door haar grote verschijning en de rottende vleeswalm die ze verspreidt om bestuivers te lokken. Met de vieze geur bootst ze een kadaver na, dat is rottend vlees van een dood dier; vandaar de naam ‘lijklelie’. De Rafflesia heeft trouwens geen wortels, stengels of bladeren, daarom steelt ze haar voedsel van andere planten. Het is dus een enorme parasiet. Ze bloeit maar zeven dagen. Als je haar wilt ontmoeten, ga, dan naar Azië, ga je neus achterna en speur naar een grote, rode reus.

s!

er pen m m u n rd et witte stip e k n i t S reus m

in de s u e n Ho je

rtu

Bijzonder hè!

Vol g

De meeste dieren hebben een neus om mee te ruiken. Hierdoor kunnen ze voedsel en een partner vinden. Ook kunnen ze ermee ruiken of er gevaar dreigt. Insecten hebben geen neus, maar kunnen toch geuren waarnemen. Hoe doen zij dat dan? Hiervoor hebben insecten speciale antennes. Dit zijn twee sprieten op hun kop die geursporen uit de lucht opvangen.

Veel bloemen en planten scheiden lekkere én vieze geuren af. Zo verleiden ze vogels en insecten om stuifmeel van de ene naar de andere bloem te brengen. Maar planten misleiden ook, bijvoorbeeld als hun vruchten nog niet rijp zijn. Dan smaken ze nog bitter. Pas als vruchten rijp zijn, smaken ze zoet en krijgen ze een aanlokkelijke kleur en geur. Zo zorgen ze voor verspreiding van hun zaden.

In 2024 kun je door de Hortus lopen met een geurplattegrond. Zo kun jij alle lekkere, vieze en bijzondere geuren in onze mooie tuin ontdekken! Vraag om de geurplattegrond bij de kassa.

WIST JE DAT…?met hun

sel mige vliegen voed . ..vlinders en som voeten over n hu et m n Ze lope pootjes proeven? lekker vinden. slissen of ze het het eten om te be onthouden? voriete bloemen ...insecten hun fa men dan graag ko en t geurspoor Ze herkennen he bezoek. nog een keer op gemaaid gras ei e geur van vers laat as gr t ...de lekkere, friss He is? al chuwingssigna genlijk een waars erkt als gras vaar dreigt. Dit w ge et zo weten dat er maar is helaas ni ten door dieren, wordt aangevre r. n een grasmaaie opgewassen tege


Stin

er m m u n kerd de

is ? Het k i k i u at r Oef w ronskelk! na reuze

Amorphophallus titanum [Illustratie} Maxime Boersma

Als mier verdwaal je nooit

2

Eens in de zoveel tijd bloeit er een gigantische stinkerd in het regenwoud: de Amorphophallus titanum. Deze reuzenaronskelk ruik je van meters afstand; de aasgeur lijkt op rottend vlees! Bestuivers zoals aaskevers en vliegen worden verleid door de stinkende walm. De reuzenaronskelk stookt het lekker warm in zijn geelgekleurde bloeikolf; zo kan hij zijn rottende damp nog beter verspreiden. Deze sterke geur in de jungle is superslim. Het is erg dichtbegroeid in het regenwoud, met een heftige stank kunnen bestuivers je makkelijker vinden. Bovendien bloeit de reuzenaronskelk maar twee nachten. Hij doet dan ontzettend zijn best om zo veel mogelijk aandacht te trekken met zijn grote bloeiwijze en walgelijk aroma. In de Hortus bloeide de Amorphophallus titanum voor het laatst in 2022.

Als mier verdwaal je nooit! Mieren gebruiken geur om met elkaar te communiceren. Deze chemische signalen noemen we feromonen. Als een werkmier een maaltijd heeft gevonden, haast zij zich terug naar het nest van de kolonie. Onderweg laat zij geursporen achter. Dat is superslim, zo kunnen de andere mieren ook het spoor volgen. Dat zie je mieren toch ook altijd doen? Dat ze in rijtjes heen en weer lopen? Dat is dus dankzij het geurspoor.

Zelf lavendelparfum maken Z org dat je de benodigde producten verzamelt: lavendelbloemen (vers en/of gedroogd), water, alcohol en – als je wilt – een natuurlijke geurolie (dit kan natuurlijk lavendel zijn, maar ook van andere bloemen, fruit of kruiden). Snijd de verse lavendelbloemen fijn. Maal vervolgens de gedroogde en verse lavendel nog fijner met behulp van een stamper of vijzel. Doe dit in een glazen pot of glas. Voeg ongeveer twee kopjes water toe aan de bloemen en roer goed door. Voeg een aantal druppels alcohol toe aan het mengsel en roer opnieuw. Optioneel: voeg de geurolie toe aan het mengsel. Gebruik ongeveer 5 tot 10 druppels van de geurolie. Roer het mengsel goed door en laat het minimaal 12 uur intrekken in een flesje. Maak ondertussen een mooi etiket om op je parfumfles te plakken.

Lavendel [Illustratie} Maxime Boersma

Stadsnatuur op de stoep Natuur vind je overal, ook in de stad. Dit boek helpt je stoepplanten herkennen. Waar kun je kijken? Wat is er zien? En in welk seizoen? Lees bijvoorbeeld over het stoepplantje ‘stinkende gouwe’. Dit plantje ruikt niet lekker, maar is wel overal in de stad te vinden, haha! Het boek Stadsnatuur op de stoep, plus spellenmap, is online te bestellen via KNNV Uitgeverij en natuurlijk te koop in de winkel van de Hortus zelf.

Hortus botanicus Leiden 2024 23


Distel (aquatint)

De groene omgeving verbeeld Lisanne Wepler is kunstenaar en medeoprichter van kunstenaarscollectief drukdrukpaint. Ze verwelkomt ons op het terras bij haar atelier aan de Evertsenstraat. Dat terras kijkt uit op een mooie border met bloemen en bomen, met daarachter de Nieuwe Rijn. De plek sluit helemaal aan bij haar artistieke motivatie, die altijd uitgaat van natuurstudie. Ze wijst op het slangenkruid dat zoveel insecten aantrekt tijdens de bloei, op de leilinde die voor schaduw zorgt als het heet is, en op de pluizende speerdistel die ze heeft vereeuwigd. [Tekst] Annemarie Broersma [foto’s] Lena Kettner, Gregor Weber [afbeeldingen] Lisanne Wepler 24 Hortus botanicus Leiden 2024


Z

e vindt het belangrijk om aandacht en verwondering te hebben voor de groene wereld om ons heen. Haar focus ligt op bomen. Maar ook stoepplantjes, vogels en insecten komen terug in haar werk.

Kunsthistorica

Lisanne Wepler is geboren in Duitsland, waar ze ook haar studie met de hoofdvakken kunsthistorie en Duitse taal- en letterkunde heeft gedaan. Haar promotie aan de universiteit van Bonn ging over beeldverhalen met vogels in de schilderkunst uit de Nederlandse 17de en 18de eeuw. Voor ze naar Nederland kwam, werkte ze twee jaar als junior-conservator aan het Herzog Anton UlrichMuseum in Braunschweig. Een vervolg hierop was de postdoc-baan aan de Universiteit Leiden waar ze onderzoek deed naar dierenfabels in schilderijen vanaf de 17de eeuw. Ze heeft daarbij gebruik gemaakt van de Bijzondere Collecties van de Universitaire Bibliotheken Leiden. Het heeft in een boek geresulteerd: ‘Tierfabeln von Äsop bis La Fontaine in Gemäldeserien seit 1600’. Op het moment van het interview werkt Lisanne bij het Rijksmuseum als curator 17de eeuwse Nederlandse schilderkunst (a.i.).

Ambachtsvrouw

Naast de fascinatie voor haar onderwerpen heeft Lisanne die ook voor het ambacht van de technieken die ze gebruikt. Aanvankelijk begon ze in Leiden met een tweejarige opleiding in sumi-e, schilderen met Japanse inkt. Ze raakte gegrepen door deze schildertechniek vanwege de interactie tussen de zwarte inkt en het witte papier en de spanning om met de kwast één spontaan moment te vatten in een levendige afbeelding. De fascinatie voor zwart en wit heeft haar niet meer losgelaten. Sinds 2018 is ze bezig met etsen en andere diepdruktechnieken. Daarbij gaat haar interesse uit naar het ambacht van de oude etstechnieken en hoe ver je daarmee kunt komen door gebruik van verschillende soorten papier, drukinkt, zuren en andere materialen. In haar werk is het onderwerp leidend voor de techniek die ze gebruikt. Dat kan zijn droge naald, pure scherpe ets, lijnets, aquatint of een vernis mou. Naast haar wetenschappelijke werk als kunsthistorica doet ze zo kennis op van het maakproces en de gebruikte materialen in de grafiekkunst.

Kunstenares

Lisanne is medeoprichter van het kunstenaarscollectief drukdrukpaint, dat verder bestaat uit Burkhardt Söll, Manuela du Bois-Reymond en Gregor J.M. Weber. Ze haalt veel inspiratie uit de onderlinge uitwisseling tussen de leden van het collectief, maar ook uit de samenwerking met kunstenaars die het collectief uitnodigt voor projecten en tentoonstellingen in hun atelier. Haar eerste ets is gemaakt voor het door Burkhardt gestarte project ‘Le jardin garde le sourire – De tuin glimlacht nog steeds’. Burkhardt, zelf sinds meer dan 40 jaar als kunstenaar en componist werkzaam in Leiden, had twaalf van zijn kennissen en vrienden uitgenodigd om etsen te maken voor dit thema. Lisanne etste een braamstruik met een kruisspin erin. Zij was gegrepen door de etstechniek en de mogelijkheden met zwart-wit die ze daarin zag. Tekening rechts: Draaihals op kastanje (lijnets)

Hortus botanicus Leiden 2024 25


Lisanne etst bij voorkeur buiten, direct bij haar onderwerp. Door het in drie dimensies en in de natuurlijke omgeving te aanschouwen komt ze met het onderwerp in contact en is er veel meer te zien dan met een foto van het object. Het maken van de ets van de beuk op de Begraafplaats Groenesteeg (zie kader) heeft haar nog meer dan ervoor doen beseffen dat bomen reageren op wat er om hen heen gebeurt en dat bomen meer zijn dan groene decoratie, maar medeschepselen waar je op let en goed mee omgaat. Ze ontdekte dat haar woongenot samenhangt met het feit dat ze naast heel fijne buren woont, maar ook met de bomen tegenover haar huis, die in feite ook buren zijn. Deze bomen geven in de zomer schaduw en verkoeling en zorgen voor een aangename groene en rustige omgeving. Vanuit deze ervaring startte ze het project ‘Onze goede buren – stadsbomen’. In het kader van dit project maakt ze nu bijna wekelijks een ets van een boom. De veelheid aan vormen van bomen, hun kroon, schors en bladeren die voortdurend veranderen vormen een bron van inspiratie. Deze etsen wil ze bundelen in een kunstenaarsboek met een kleine oplage, die ze zelf gaat drukken.

Aan het werk [foto] Lena Kettner

Als ze door de stad loopt, let ze onwillekeurig op bomen en hoe het met hen gaat. Ze is soms verbaasd hoe goed het gaat ondanks de moeilijke omstandigheden. Maar dat is in de stad toch nog steeds eerder een uitzondering dan een regel. Af en toe maakt ze een omweg om een speciale monumentale boom te bezoeken, bijvoorbeeld tijdens haar vakantie in Duitsland. Duitsland kent net als Nederland een register met monumentale bomen. Voor Nederland is dat register te vinden via de website van de Bomenstichting (www.bomenstichting.nl). Om meer te leren over bomen in de stad en om inzicht te krijgen in de gemeentelijke en landelijke situatie van bomen is Lisanne sinds enkele jaren lid van de Bomenstichting, de Bomenbond Rijnland en van de Nederlandse Dendrologische Vereniging. Een ander project dat ze net is gestart, gaat over stoepplantjes. De precieze titel moet nog bepaald worden. Ze nodigt daarvoor een aantal mensen uit een ets te maken van een stoepplant. De groep bestaat uit kunsthistorici, workshopdeelnemers, neefjes en andere kunstenaars. Zelf heeft ze onder andere een ets gemaakt van de speerdistel voor het atelier. Door haar artistieke werk brengt ze een ode aan de groene wereld om ons heen. Ze hoopt dat ze hiermee bij anderen een soortgelijke verwondering en waardering kan oproepen, zoals ze die zelf voor de groene wereld voelt.

26 Hortus botanicus Leiden 2024

Erwtje (lijnets, aquatint)


Drukdrukpaint doet met hun atelier aan de Evertsenstraat regelmatig mee aan de Kunstroute en organiseert ook zelf tentoonstellingen en workshops. Zie voor informatie www.drukdrukpaint.com. In 2024 is er een bomententoonstelling in de Aula van de Begraafplaats Groenesteeg, Leiden op vr-zo, 26-28 april, 3-5 mei, 10-12 mei. Wilt u op de hoogte worden gehouden, abonneer u dan op de nieuwsbrief: info@drukdrukpaint.com.

Bij de beuk op Begraafplaats Groenesteeg [foto] Gregor Weber

Wereldlandschap (lijnets)

Ets van de grote beuk op Begraafplaats Groenesteeg In juli 2022 maakt Lisanne een ets van de schors van deze majestueuze beuk. Gedurende één maand zit zij dagelijks met haar etsplaat een aantal uren bij de beuk en zet lijnen op die ze daarna in het atelier met zuur bewerkt. Elke dag een aantal nieuwe lijnen. Het gevolg van deze werkwijze is dat in de druk de oudere lijnen uiteindelijk zwarter zijn en de latere lijnen lichter; er ontstaan licht-donker nuances en diepte. Het resultaat is een levensecht en prachtig landschap van de schors. Het maken van de ets van deze beuk is een oefening in geduld. Maar door haar dagelijkse bezoek krijgt ze steeds meer mee van het leven van de boom. Wie er op bezoek komen: vogels, insecten en andere dieren op zoek naar voeding of een veilige plek. Hoe het met het geluid is en met het licht. Het is die maand zeer warm en droog en na verloop van tijd merkt ze dat de takken wat beginnen door te buigen en dat de bladeren door de droogte een ander geluid maken. De reactie tussen deze beuk en haar omgeving is een bijzondere ervaring.

Hortus botanicus Leiden 2024 27


De geheime wereld van Lingua Planta Planten praten niet zoals mensen dat doen, maar communiceren doen ze wel degelijk. Geurcommunicatie is gebaseerd op moleculaire signalen en ondersteunt planten bij het reageren op hun omgeving voor zelfbescherming, aantrekken van bestuivers, afschrikken van planteneters en synchroniseren van de bloei door het aanmaken van complexe mengsels van stoffen die door mensen soms worden waargenomen als geur. [tekst] Merle Bergers [foto’s] Merle Bergers, Adri Mulder, Tuingoed Foltz, Marieke Verdenius

28 Hortus botanicus Leiden 2024

Merle Bergers [foto] Marieke Verdenius


T

ijdens mijn afstudeerperiode op de Design Academie Eindhoven heb ik me verdiept in de zintuiglijkheid van planten. Het leek mij dat als we ons op de een of andere manier kunnen verplaatsen in de plant, dit helpt om een belevingswereld beter te begrijpen die zo ver verwijderd lijkt van de onze. Ik las elk boek dat ik kon vinden over het onderwerp, en hoewel ik in 2018 als niet-wetenschapper weinig toegang had tot artikelen over plantintelligentie, vond ik overal puzzelstukjes: in de boeken die ik las van Peter Wohlleben, Stefano Mancuso, Suzanne Simard en Richard Karban. Ik werd erg enthousiast toen ik las over de complexiteit van de geurmoleculen die planten afgeven en de reden daarvan leerde. Geuren die er in mijn leven altijd al waren geweest, waren opeens vol betekenis! Elk molecuul als onderdeeltje van een zorgvuldig uitgekozen geurige taal. In 2018 studeerde ik cum laude af met mijn onderzoek ‘Lingua Planta’ waarbij ik middels een installatie met drie geuren vertelde over het taalcentrum van de plant, hoe deze geursignalen waarneemt en uitzendt. Daarna besloot ik dat dit idee eigenlijk iets voor elke dag moest zijn. Ik vertaalde de drie belangrijkste geurberichten van planten, Attract, Repel en Defend, in drie natuurlijke parfums.. Ik gebruikte aan de ene kant wetenschappelijk onderzoek naar de diverse geurberichten van planten. Daarvoor werkte ik samen met Peter Roessingh van de Universiteit van Amsterdam. Aan de andere kant paste ik het ambacht van de parfumeur toe. Zo bouwde ik drie parfums die ieder symbool staan voor wat de titel impliceert: Attract bevat bijvoorbeeld stoffen die in de plantenwereld gemaakt en verspreid worden om bijen en vlinders aan te trekken, Repel is gebaseerd op de manier waarop planten specifieke insecten en andere herbivoren afschrikken en Defend gaat over planten die zichzelf kunnen beschermen en verdedigen. Een parfum bestaat altijd uit drie lagen: een top, hart en basis. In Attract bijvoorbeeld bestaat die top uit lindebloesem

Abelmoschus moschatus [foto] Tuingoed Foltz

en rozengeranium, het hart uit Bulgaarse roos, mimosa en immortelle (Helichrysum) en de basis uit labdanum, een hars die geproduceerd wordt door Cistus ladanifer en Cistus creticus uit de zonneroosjesfamilie, en ambrettezaad van Abelmoschus moschatus uit de kaasjeskruidfamilie. Etherische oliën en extracten van planten die in de natuur een verleidelijke en aantrekkende boodschap verspreiden. Gelukkig interpreteert de mens deze taal anders dan de wezens waarvoor deze bedoeld is en vinden wij limoneen (te vinden in citrusolie), de geur van verse peper (waar caryofylleen in zit) en linalool (te vinden in lavendel) over het algemeen heerlijk, terwijl het een bekende afstotende werking heeft in de wereld van de insecten. Het perspectief van plantintelligentie vraagt om een andere benadering tot planten: planten zijn veel meer dan alleen maar mooi. Als onderdeel van het onderzoek kijk ik naar hoe we meer kunnen samenwerken met planten in plaats van ze puur te zien als grondstof. Door de waarde van sommige etherische oliën is er veel wildkap en zijn er enorme monoculturen. De geurstof Copaiba daarentegen wordt door de inheemse bewoners van Brazilië gewonnen door af en toe een inkerving te maken in de Copaiferaboom en die tussentijds veel rust te gunnen om weer op krachten te komen. Mijn focus ligt op het verkennen van dit soort duurzame relaties met planten. Met het dragen van deze parfums stapt de gebruiker de wereld van de plantencommunicatie binnen. Het onderstreept hoe planten, ondanks hun schijnbare stilte en gebrek aan zintuigen zoals dieren die hebben, communiceren op hun eigen unieke manier. Het herinnert ons eraan dat de plantenwereld veel complexer is dan we zo op het eerste gezicht zouden denken. Meer weten? Kijk op merlebergers.nl

Plantenparfum Defend [foto] Merle Bergers

Cistus ladanifer [foto] Adri Mulder

Hortus botanicus Leiden 2024 29


De Hortus in alle seizoenen In de tuinen en kassen van de Hortus is iedere dag iets nieuws te ontdekken. Elk seizoen heeft zo zijn eigen

hoogtepunten voor je in petto, maar zeker is dat de Hortus altijd een oase van rust is. In het jaar 2024 staat de Hortus in het teken van geur en kun je je neus volgen naar geurend groen, van heerlijke parfums tot vreselijke stanken. In ieder seizoen is er wel iets bijzonders te ruiken en te doen. Op deze pagina’s lees je hier meer over.

De Hortus is elke dag open van 10.00-17.00 uur. Tijdelijk in de Hortus

t/m 10 maart: Fluorescerende planten. Tien bijzondere foto’s laten zien hoe planten oplichten onder UV-licht.

25 januari: Ineke Huysman en Hanneke Hulst over het 17e-eeuwse parfum van Constantijn Huygens

Instapexcursie winter

Hoger Onderwijs Voor Ouderen

Elke zaterdag

Zondagwandelingen [illustraties] Iris van den Akker

11 februari (thema Wintergeuren) 10 maart (thema Geuren en kleuren van het voorjaar)

De Hortusimker vertelt 4 februari

Stadsnatuur Safari 11 februari, 10 maart

Botanisch tekenen

Winter Laat je niet foppen door de kale bomen: ook in de kou van januari, februari en maart is er meer dan genoeg te beleven in de Hortus. Na een rondje speuren naar winterbloeiers, kun je opwarmen in de Tropische Kassen. Ontdek de winterse tuin tijdens een van onze activiteiten!

Geurige hoogtepunten

• Papierstruik • Winterzoet • Sneeuwklokje • Toverhazelaar • Rood peperboompje

30 Hortus botanicus Leiden 2024

Onze kroonjuwelen

• Vleeseters • Varens • Mysore-winde • Monumentale bomen

Winterlezing voor Vrienden

2 februari: Start HOVO-cursus ‘Korstmossen’ (4 colleges)

Workshop botanische microscopie 11 februari, 10 maart

Kinderactiviteiten

vanaf 11 februari: Hortus Jeugd Universiteit (4 bijeenkomsten) vanaf 7 maart: Jeugdvriendenclub (4 bijeenkomsten)

11 februari, 10 maart: Botanisch tekenen van knoppen en takken 8 en 9 maart: Wetenschappelijk tekenen met Esmée Winkel (thema Geurige voorjaarsbloemen)

De geurige hoogtepunten van de Hortus zijn te vinden met behulp van een speciale Geurplattegrond. Deze plattegrond is gratis mee te nemen bij de kassa. Voor elk seizoen is er een.

Kijk op hortusleiden.nl voor het volledige overzicht van onze activiteiten en tickets.


Blauwe regen [foto] Mathilde Simons [foto] Cunie Sleijpen

De Hortus is elke dag open van 9.00-18.00 uur. Tijdelijk in de Hortus

20 maart t/m 20 oktober: Vleesetende planten onderzocht. Foto’s gemaakt door de elektronenmicroscoop tonen de bijzondere structuur van vleeseters.

Instapexcursie lente Elke zaterdag

Zondagwandelingen 14 april, 12 mei, 9 juni

De Hortusimker vertelt 7 april, 2 juni

Stadsnatuur Safari 14 april, 12 mei, 9 juni

Vriendendag 13 april

Clusiuslezing

Lente

23 april: Cécile Verburg over tuinvrouwen

Een kakofonie van geuren en kleuren, dat is het voorjaar op zijn hoogtepunt. De tuin is in april, mei en juni een lust voor het oog én de neus. Zet de Plantenmarkt alvast in je agenda, want die wil je natuurlijk niet missen. Snuffel erop los!

Plantenmarkt

Workshop parfum maken 3 mei, 14 juni

Museumnacht Leiden 1 juni

Interactieve wandeling en proeverij Romeinse kruiden 26 mei

Meditatie in de tuin 5, 12 en 19 juni

Yoga in de tuin

5, 12 en 19 juni

Kinderactiviteiten

14 april, 12 mei, 9 juni: Kleuterdans vanaf 4 april, vanaf 9 mei en vanaf 6 juni: Jeugdvriendenclub (4 bijeenkomsten)

Botanisch tekenen

25 t/m 28 maart: Vierdaagse lentecursus met Anita Walsmit Sachs

11 mei

Stekjesruilmiddag 17 april, 12 juni

Workshop levensechte bloemen: madeliefje Geurige hoogtepunten

• Blauwe regen •N oordelijke Japanse magnolia • Daslook • Lampenpoetserstruik • Tandpastaplant

Onze kroonjuwelen

5 april, 17 mei

• Goudenregen • Jadebloem • Bloeiende bollen

Kijk op hortusleiden.nl voor het volledige overzicht van onze activiteiten en tickets.

Hortus botanicus Leiden 2024 31


Heilige lotus [foto] Simone Both

De Hortus is elke dag open van 9.00-18.00 uur. Tijdelijk in de Hortus

20 maart t/m 20 oktober: Vleesetende planten onderzocht. Foto’s gemaakt door de elektronenmicroscoop tonen de bijzondere structuur van vleeseters.

Midzomernacht 21 juni

Zondagwandelingen

Botanisch tekenen

4 augustus

Stadsnatuur Safari 14 juli, 11 augustus

Clusiuslezing

25 juni: Michiel Plomp over Oranienstate en Oranjegroen

Baby op het blad

32 Hortus botanicus Leiden 2024

• Reuzenwaterlelie • Heilige lotus • Orchideeën

23 juni, 21 juli, 25 augustus

9 t/m 12 juli: Vierdaagse zomercursus met Anita Walsmit Sachs

Meditatie in de tuin

Elke woensdag

Yoga in de tuin Elke woensdag

Open Monumentendagen 7 en 8 september

Nacht van Ontdekkingen

17 juli

14 september

Jeugd- en Clusiusrondleiding

Kinderactiviteiten

25 augustus

• Sinaasappelboom • Trompetboom • Moerasanemoon • Pindakaasboom • Arabische jasmijn

Open Imkerijdagen

Interactieve wandeling en proeverij Romeinse kruiden

De Hortusimker vertelt

Onze kroonjuwelen

12 juli, 23 augustus

Donderdagrondleiding

14 juli, 11 augustus, 8 september

Geurige hoogtepunten

Workshop parfum maken

13 en 14 juli

Elke donderdag in juli en augustus

In juli, augustus en september is de Hortus gevuld met weelderig groen. Zoek de verkoeling op onder een van onze monumentale bomen of strijk neer in een strandstoel aan de singel. Tijdens de Midzomernacht beleef je de Hortus op een andere manier: kunst, muziek en natuur in het licht van de ondergaande zon.

30 juni

Instapexcursie zomer Elke zaterdag

Zomer

Workshop levensechte bloemen: Roos

Stekjesruilmiddag 18 september

14 juli, 11 augustus: Kleuterdans vanaf 5 september: Jeugdvriendenclub (4 bijeenkomsten) vanaf 8 september: Hortus Jeugd Universiteit (4 bijeenkomsten)

Kijk op hortusleiden.nl voor het volledige overzicht van onze activiteiten en tickets.


Ginkgo biloba [foto] Duco de Vries

[foto] Cunie Sleijpen

De Hortus is elke dag open van 10:00 tot 17:00 uur. Met uitzondering van 3 oktober en de periode tussen kerst en oud en nieuw. Tijdelijk in de Hortus

20 maart t/m 20 oktober: Vleesetende planten onderzocht. Foto’s gemaakt door de elektronenmicroscoop tonen de bijzondere structuur van vleeseters.

Instapexcursie herfst

Botanisch tekenen

13 oktober, 10 november, 8 december

De Hortusimker vertelt

Meditatie in de tuin

Stadsnatuur Safari

Yoga in de tuin

Clusiuslezing

Kinderactiviteiten

Zondagwandelingen

6 oktober, 1 december

13 oktober, 10 november, 8 december

15 oktober: Isabela Pombo Geertsema over kruidwis en heksenplanten

Het weer wordt guurder, maar in de Hortus worden de kleuren juist warmer. Oktober, november en december zijn de perfecte maanden om onze monumentale bomen in spectaculaire herfstkleuren te zien: geel, oranje en felrood. Als het buiten regent, kun je schuilen in de kassen.

29 september, 27 oktober

11 en 12 oktober: Wetenschappelijk tekenen met Esmée Winkel (thema Geurige najaarsbloemen) 22 t/m 25 oktober: Vierdaagse herfstcursus met Anita Walsmit Sachs

Elke zaterdag

Herfst

Interactieve wandeling en proeverij Romeinse kruiden

Workshop levensechte bloemen van papier: madeliefje

25 september

25 september

5 oktober: Groene Kinderboekenzondag 13 oktober: Kleuterdans vanaf 10 oktober en vanaf 7 november: Jeugdvriendenclub (4 bijeenkomsten)

1 september

Workshop parfum maken 1 november

Geurige hoogtepunten

•V ruchten van de Japanse dwergkwee • Saffraankrokus •V ruchten van de bittere sinaasappel •B lad van de katsoeraboom • Kweepeer

Onze kroonjuwelen

• Goudenregen • Jadebloem • Bloeiende bollen

Adoptantendag 26 september

Kijk op hortusleiden.nl voor het volledige overzicht van onze activiteiten en tickets. Hortus botanicus Leiden 2024 33


Steun de Hortus You don’t have to speak Dutch to become a Friend of the Leiden botanic garden. See www.hortusleiden.nl at ‘Support us’

Vriend worden? Houdt u van de natuur en draagt u de Hortus een warm hart toe? Word dan Vriend van de Leidse Hortus. Als Vriend steunt u de oudste botanische tuin van Nederland en kunt u deze het hele jaar door zo vaak bezoeken als u wilt. Met uw steun kunnen we projecten realiseren zoals renovatie van de tuin en kassen, publieksprogrammering en onderwijsprojecten.

Verschillende Vriendschapsvormen Hortusvriend 1 persoon Vrije toegang tot de Hortus en Vriendenevenementen voor 1 persoon

€27,50 per jaar

Hortusvriend 2 personen (met introducé of partner) Vrije toegang tot de Hortus en Vriendenevenementen voor 2 personen €40,- per jaar Hortusjeugdvriend (t/m 16 jaar) Vrije toegang tot de Hortus en Vriendenevenementen voor 1 persoon

€15,- per jaar

Clusiusvriend Vrije toegang tot de Hortus en Vriendenevenementen voor 4 personen €100,- per jaar Bij alle Vriendschapsvormen wordt u jaarlijks uitgenodigd voor de Winterlezing, de Vriendendag en drie Clusiuslezingen. U ontvangt één keer per jaar het Vriendenmagazine.

Schenken en nalaten De Leidse Hortus is meer dan een groene oase in de stad. De bijzondere plantencollectie, het onderzoek dat eraan gedaan wordt, het waarborgen van biodiversiteit, de schoonheid ervan, dit alles moet gekoesterd worden. Het spreekt vanzelf dat de eeuwenoude botanische tuin midden in de historische binnenstad van Leiden nu en in de toekomst behouden moet blijven. Door te schenken of de Hortus in uw testament op te nemen draagt u bij aan deze toekomst en blijft u voortleven in onze Hortus. De Stichting Vrienden van de Leidse Hortus heeft een culturele ANBI-status. Dit betekent dat er belastingvoordeel kan zijn in het geval dat u een schenking doet aan de stichting. De Belastingdienst maakt een onderscheid tussen particuliere giften en giften door bedrijven. Voor meer informatie of een persoonlijk gesprek kunt u vrijblijvend contact opnemen met Patricia Vandecasteele, publiekszaken en fondsenwerving, via 071-527 5144 of p.g.m.vandecasteele@hortus.leidenuniv.nl.

Kijk voor meer informatie op www.hortusleiden.nl/steun-ons

34 Hortus botanicus Leiden 2024

Adopteer een boom of een bank U kunt de Hortus ook steunen door uw favoriete plant, boom of bank te adopteren. Veel van de bomen en struiken in de Hortus zijn al eeuwenoud en hebben daarom speciale verzorging en aandacht nodig. De Hortus stelt u in de gelegenheid voor een bepaalde periode één of meerdere bomen en/of struiken te adopteren. Adopteren kan vanaf € 250 per jaar. Iemand een adoptie cadeau doen kan ook. Een uniek en inspirerend geschenk voor een huwelijk of jubileum of ter nagedachtenis aan een dierbare. U kunt per jaar beslissen of u de adoptie van uw boom of plant wilt voortzetten. Als adoptant hebt u toegang tot de Hortus en Vriendenevenementen voor 4 personen. Een bank kunt u voor een periode van tien jaar adopteren. De kosten daarvoor bedragen € 5.000. Deze schenking kunt u in één keer, of in vijf periodieke schenkingen doen. De Stichting Vrienden van de Leidse Hortus heeft een culturele ANBI-status. Dit betekent dat er belastingvoordeel kan zijn in het geval dat u een schenking doet aan de stichting. Voor meer informatie over de te adopteren planten, bomen en banken kunt contact opnemen met 071 527 5144 of hortusvrienden@hortus.leidenuniv.nl.

Bank bij vleugelnoot [foto] Mathilde Simons


Hennie Völker-Dieben [foto] Adri Mulder

Mijn favoriete geurende plant

Rosa ‘Cornelia’ [foto] Martin White

Hennie Völker-Dieben over haar favoriete Hortusgeuren Hortusvrijwilliger Hennie Völker-Dieben was tijdens haar werkzame leven oogarts. Een prachtige baan, maar natuurlijk wel binnen en veelal in het donker. Hennie had samen met een andere oogarts een praktijk. Dit betekende 26 weekenden per jaar bereikbaarheidsdienst in een tijd dat mobieltjes nog niet bestonden. Om toch buiten te kunnen zijn tijdens deze diensten liet ze in haar tuin een vaste telefoonlijn aanleggen. Zo was ze bereikbaar én kon ze tuinieren. [tekst] Annemarie Broersma [foto’s] Hans Clauzing, Adri Mulder, Martin White

H

et tuinieren heeft Hennie meegekregen van haar vader. Op vierjarige leeftijd is er al een duidelijke liefde voor planten. Bij een verhuizing in die tijd dreigt een weigelia in de tuin achter te blijven. Hennie protesteerde zo luid dat de plant uiteindelijk werd uitgegraven en in de verhuiswagen werd geladen. Sindsdien staat er in elke tuin van Hennie een weigelia. Het leuke aan weigelia is dat je de takken gemakkelijk in een boog kunt buigen tot een prachtige bloemenkrans. Met haar pensionering is het haar grote wens om nuttige dingen buiten te doen. Haar tuinclubvriendin Ellen de Bruyne maakt haar attent op het wieden in de Hortus. En zo is Hennie sinds 2004 een zeer gewaardeerde wiedster. Daarnaast is ze ook vrijwilliger in het parkonderhoud van Oud Poelgeest. Ze onderhoudt haar eigen tuin en die van haar dochter. Inmiddels komt een kleindochter in de vakantie meewieden in de Hortus.

Wisteria floribunda ‘Alba’ [foto] Hans Clauzing

Op een dag vangt Hennie tijdens het wieden een heerlijke geur op. Die blijkt afkomstig van een roos. Een naambordje ontbrak, dus werd oud-hortulana Carla Teune geraadpleegd. Zij wist ook zo gauw de naam niet, maar de zoektocht leidde tot de roze Rosa ‘Cornelia’. Hij staat in het stukje rozentuin aan de overkant van het pad tegen het P.J. Vethgebouw. Nu gelukkig wel voorzien van een naambordje. Hoewel Hennie zegt meer visueel ingesteld te zijn, is er nóg een Hortusgeur die ze geweldig vindt: de geurervaring die je krijgt als je, na de uitlaatgassen van de binnenstad, onder de poort door de Hortus inloopt na een regenbui! Eén plant in de Hortus is Hennie bijzonder dierbaar. Dat is de witte regen (Wisteria floribunda ‘Alba’) tegen de muur van het tuinhuis. Deze witte regen vormde het decor bij de bruidsrapportage van haar dochter. En sindsdien maken ze jaarlijks een familiefoto voor de bloeiende witte regen.

Hortus botanicus Leiden 2024 35


Bloemen van Ceropegia-soorten bestoven door bloeddorstige vliegjes. Van links naar rechts: C. carnosa, C. cycniflora, C. yorubana, C. haygarthii, C. rupicola, C. radicans, C. stenantha, C. sandersonii en C. aristolochioides. [foto’s] David Styles, Ulrich Meve, Annemarie Heiduk.

Details van Ceropegia sandersonii-bloem. A. Meeldraden en stempel in gynostegium omringd door binnenste (zwarte pijl) en buitenste (witte pijl) corona. B. Scanningelectronen-microscopie-foto van gynostegium. Eén van de vijf lobben is omkaderd. C. Iedere lob bestaat uit een nectarklier (n), een sleuf (tussen witte pijlen) en een pollenklompje. Een pollenklompje bestaat uit twee pollinia (p) verbonden via een corpusculum (c). D. Bestuiver met pollenklompje op de zuigsnuit. [foto’s] David Styles (A), Annemarie Heiduk (B,D), Ulrich Meve (C).

Ceropegia

bloemen vol list en bedrog

Binnen het plantenrijk zijn de bloeiende planten (ook wel: angiospermen of bedektzadigen) het rijkst aan soorten. Het geheim voor dit succes is de evolutie van bloemen. De belangrijkste functie van een bloem is het veiligstellen van seksuele voortplanting door de soort-specifieke overdracht van stuifmeel van het mannelijke naar het vrouwelijke voortplantingsorgaan. [Tekst] Annemarie Heiduk [vertaling] Barbara Gravendeel [foto’s] Annemarie Heiduk, Ulrich Meve, David Styles

36 Hortus botanicus Leiden 2024


Bloemen van Ceropegia-soorten bestoven door aas- en strontvliegen. A. Ceropegia australis. B. C. chlorozona. C. C. pulchellior. D. C. modestantha. E. C. ngomensis. F. C. gilboaensis. [foto’s] David Styles (A-D,F), Annemarie Heiduk (E).

B

edektzadigen hebben bloemen met meeldraden en helmhokjes vol pollen (stuifmeel). Als pollenkorrels rijp zijn worden ze door wind of insecten naar de stempel van een andere bloem gebracht. De meeste plantensoorten belonen insecten voor deze koeriersdienst. Maar er zijn plantensoorten die hun bestuivers bedriegen. Ceropegia’s (lantaarnplanten), vertegenwoordigers van de Apocynaceaefamilie, zijn daar uitzonderlijk goed in en hanteren daarbij verschillende methodes. De bloemen van Ceropegia’s zitten vol verrassingen en hebben heel specifieke vormen, geuren en kleuren. Ceropegia-soorten hebben bloemen met een langgerekte vorm (Fig. 1). Meeldraden, stijl en stempel zijn met elkaar vergroeid tot een zogenaamd ‘gynostegium’ (Fig. 2) dat in de bloembodem verankerd is. Kleine vliegjes

Bloem van Ceropegia gerrardii die namaak-insectenbloed uitscheidt. [foto] Annemarie Heiduk. Close-up van bloem van Ceropegia gerrardii met bestuiver die ‘plantenbloed’ drinkt. [foto] Annemarie Heiduk.

(een paar millimeter groot) worden door de langgerekte vorm verleid naar binnen te vliegen in de verwachting daar nectar te vinden. Ze vliegen de bloem in en landen op de bloembodem. Al snel raken hun pootjes verstrikt in sleuven in de bloembodem. Pas nadat de vliegjes pollen hebben achtergelaten, of meegenomen, verslapt de grip. Dan kunnen ze de bloem weer verlaten. Andere Ceropegia-soorten met nog langgerektere bloemen worden bestoven door kleinere vliegjes die van insectenbloed leven. Dat zuigen deze bloeddorstige vliegjes uit zieltogende prooien in spinnenwebben. Bloemen van Ceropegia sandersonii (Fig. 1) ruiken naar zo’n stervend insect. Eenmaal onder in de bloem beland vinden de hongerige vliegjes echter geen spinnenweb vol stervende insecten. Ze ontvangen niets in ruil voor hun bestuivingsdienst. Na een paar keer door

een bloem van Ceropegia sandersonii te zijn bedrogen stinken deze vliegjes er niet meer in. Er zijn ook Ceropegia’s met plattere bloemen (Fig. 3). De plattere bloemen zijn vaak roodpaars (Fig. 3) en ruiken erg vies. Ze trekken grote vlees- en strontvliegen aan. Op zoek naar een geschikt plekje om een ei af te zetten, nemen deze vliegen pollen mee of laten ze die achter. Ceropegia gerrardii (Fig. 4) pakt het weer anders aan. De kroonbladen van deze Ceropegia produceren kleine druppeltjes vloeistof vol suikers en eiwitten. De chemische samenstelling lijkt op die van insectenbloed. De bloemen lokken daarmee dezelfde bloeddorstige vliegjes (Fig. 5). Bij het opdrinken van de vloeistof wordt pollen afgegeven of meegenomen. Deze keer worden de bestuivers wel beloond: niet met insecten- maar met ‘plantenbloed’.

Hortus botanicus Leiden 2024 37


Orchideebij [foto] Efram Goldberg

De parfummakers van het oerwoud

Als je leuk voor de dag wilt komen, dan is het prettig als je daarbij ook een beetje lekker ruikt. Al eeuwenlang maken mensen om die reden parfum. Algemeen wordt aangenomen dat parfum al zo’n 3000 jaar voor Christus gemaakt werd door de Egyptenaren. Het woord parfum is afgeleid van het Latijnse per fumus oftewel ‘door rook’. Er werd plantaardig materiaal verbrand tijdens religieuze ceremonieën waardoor geuren vrijkwamen. Het waren de Grieken die parfum gingen gebruiken voor lichaamsverzorging. [tekst] Jack Sluijs [foto’s] Efram Goldberg, Jan Meijvogel, Wikimedia Commons

38 Hortus botanicus Leiden 2024

Stanhopea oculata [foto] Jan Meijvogel


N

atuurlijk speelt geur niet alleen bij mensen een belangrijke rol. Dieren gebruiken geuren ook en wel voor allerlei doeleinden. Een prettige geur maakt je aantrekkelijk voor anderen. Maar geur wordt ook gebruikt om anderen af te stoten door geurafbakening van territorium. En de aantrekkingskracht van voedsel wordt niet alleen door smaak, maar zeker ook door geur bepaald. Maar verspreiden van geur of reageren op de geur van anderen of van voedsel is niet hetzelfde als het actief verzamelen en bij elkaar brengen van meerdere ingrediënten om daarmee zelf een geur te ontwikkelen. Dat lijkt iets typisch menselijks te zijn. Heel lang hebben we aangenomen dat dieren dit niet doen. Die aanname blijkt niet helemaal te kloppen. Er is ten minste één dier dat ook geurstoffen verzamelt en bij elkaar voegt om daarmee zelf een geur, dus een parfum, te creëren. Dat is geen dier dat ook maar enige verwantschap heeft met de mens, maar een insect.

Ik heb het dan over de orchideebijen oftewel Euglossini. Er zijn wel 250 soorten van bekend. De meesten zijn zo groot als een honingbij en ze horen thuis in de bosgebieden van Mexico tot Zuidoost-Brazilië. Het zijn echt schitterende insecten. De glanzend metalen kleuren variëren van blauw, paars en rood tot koperachtig en combinaties van deze kleuren. Vaak worden ze beschreven als ‘vliegende edelsteentjes’. De vrouwtjes van een aantal soorten verzamelen propolis, een kleverige substantie gemaakt van hars van onder meer knoppen van bladeren. Daar maken ze kleine nesten van waarin een moeder met haar dochters of soms alleen zusjes met elkaar leven. Ze vormen geen echte kolonie zoals hommels, mieren of honingbijen. Maar door samen te leven is er wel enige sociale samenhang en gezamenlijke zorg voor de ‘woning’. Er is, anders dan bij de honingbij of de hommel, geen koningin. Alle vrouwtjesbijen zijn vruchtbaar en kunnen zich voortplanten. Orchideebijen kenmerken zich door een lange tong, tot wel 4 cm. Euglossa betekent vrij vertaald zoiets als ‘flinke tong’. Er zijn in Midden-Amerika veel orchideeën van het geslacht Stanhopea met zulke diepe, smalle bloemkelken, dat insecten een heel lange tong echt nodig hebben. Sommige orchideeën zijn volledig afhankelijk van orchideebijtjes voor hun bevruchting. In de Leidse Hortus botanicus zijn veel van deze Stanhopea te vinden. Overigens beperken deze bijtjes zich niet tot alleen orchideeën, ze consumeren nectar en verzamelen stuifmeel uit diverse

bloemen in het bos. De paranoot is bijvoorbeeld ook afhankelijk van bevruchting door bijtjes. Heel opvallend is dat de mannetjes-orchideebijen verschillende soorten orchideeën bezoeken en bevruchten, maar niet om nectar te verzamelen. Het betreft orchideeën die geuren produceren waarmee ze mannetjes van specifieke soorten orchideebijen aantrekken, die precies passen in hun bloemkelk, zodat ze goed bevrucht worden. Die mannetjesbijen zijn dan bezig met het verzamelen van geurstoffen. Ze verzamelen allerlei geuren bij elkaar. En dat is bijzonder, want door het verzamelen en zelf mengen van verschillende geurstoffen, creëren ze als het ware een op maat gemaakt eigen parfum. Over deze parfummakers van het oerwoud is nog lang niet alles bekend. Aangenomen wordt dat zo’n orchideebij een parfum maakt om in de smaak te vallen bij de vrouwtjes. Het maken van een eigen parfum bewijst dat deze man sterk en gezond genoeg is en lang genoeg leeft om meerdere geurtjes te verzamelen en te combineren tot een eigen parfum. Dat is natuurlijk een aanbeveling voor zo’n mannetje. Waar de vrouwtjesbijen een stuifmeelkorfje hebben aan hun achterpootjes, een soort zakje voor het verzamelen van pollen voor hun larfjes, hebben de mannetjes een verdikking aan de achterpootjes met een sponsachtig gedeelte waarin ze de geurstoffen opslaan die ze verzameld hebben. Is het parfum naar het oordeel van de mannetjesbij klaar en vindt hij dat er voldoende ingrediënten door elkaar zijn gemengd, dan wappert hij het parfum met zijn vleugeltjes richting de vrouwtjesbijen, in de hoop dat de geur in de smaak valt. Gebleken is dat mannetjesbijen daarbij heel praktisch te werk gaan. Zo is bij toeval een aantal groene orchideebijtjes, Euglossa dilemma, terecht gekomen in Florida VS, waarschijnlijk meegelift in een lading hout. Daar komen de noodzakelijke soorten orchideeën echter niet voor. Dat lost het bijtje op door geurstoffen te verzamelen die wel beschikbaar zijn, zoals houtrotschimmels, ander ontbindend organisch materiaal en lokale geurende bloemen. De orchideebijtjes zijn dus niet alleen heel creatief als ze een parfum creëren, ze passen zich ook goed aan als de omstandigheden daarom vragen. Vaak denken wij dat de mens unieke vaardigheden heeft die in het dierenrijk niet voorkomen. Dat kan zijn, maar de kleine parfummakertjes uit het oerwoud in Midden-Amerika leren ons dat ook het dierenrijk beschikt over onvermoede talenten.

Zie het orgaan op zijn achterpoot waarmee de orchideebij geuren verzamelt [foto] Efram Goldberg

Parfumbereiding in het oude Egypte [Musée du Louvre, Parijs]

Orchideebij [foto] Wikimedia Commons


Bouwen met Huurman, daar komt iets moois van.

Laat je nieuwsgierigheid bloeien! uu.nl/botanischetuinen

3D video experience Bezoek gratis / Visit for free

youngrembrandtstudio.nl

Langebrug 89, Leiden

WWW.HUURMAN-LEIDEN.NL


Nuala met Philodendron gloriosum, haar favoriete kamerplant [foto] Antonio Kamerling

Mijn favoriete geurende plant

Hoya carnosa [foto] Jan Meijvogel

Urban jungle in de huiskamer Naast mensen die in de tuin werken aan het onderhoud en het beheer van de plantencollectie in de Hortus botanicus Leiden, zijn er natuurlijk ook mensen die achter de schermen werken. Deze mensen werken niet in de tuin, maar op kantoor. [tekst] Jack Sluijs [foto’s] Antonio Kamerling, Jan Meijvogel

Z

Wat begon met een paar populaire kamerplanten zoals de aronskelkachtigen Monstera, Philodendron en Anthurium, groeide in enkele jaren uit tot een grote collectie. Ook minder ‘hippe’ planten zoals Geraniumsoorten kregen een plek in huis. En op het balkon op het zuidwesten dat goed warm wordt, staat een grote wasbloem (Hoya carnosa) die regelmatig bloeit. De wasbloempjes van deze plant geven tegen de avond een heerlijke geur af. Er zijn natuurlijk veel geurende bloemen, maar de geur van de Hoya vindt Nuala echt heel speciaal. In de Hortus vind je Hoya in de tropische kas.

o werkt Nuala Teerink als Medewerker Backoffice & Educatie. Zij is echt een organisatorische en administratieve duizendpoot. De backoffice beheert onder meer de administratie van de Vrienden van de Hortus. Ook al werkt Nuala zelf niet met planten, de ‘groene schatkamer ’ die de Hortus is, heeft haar beslist geïnspireerd. Niet alleen op haar kamer op het kantoor staan planten, ook thuis heeft zij kamerplanten, zelfs heel veel planten. Meer dan honderd kamerplanten in een relatief bescheiden appartement. Dat mag je gerust een ‘urban jungle’ noemen. Die liefde voor planten vloeit voort uit het werken bij de Hortus, waar iedereen je van alles kan leren over planten en hun verzorging. Maar ook verre reizen naar tropische wouden in Costa Rica en Peru en naar de jungles van Zuidoost-Azië droegen bij aan Nuala’s interesse voor de groene wereld.

In Costa Rica [foto] Antonio Kamerling

Geuren werken sterk op ons geheugen. Mensen hebben als het ware een ‘geurengeheugen’ dat ons helpt om herinneringen weer op te halen. Niet alleen bloemen, ook specerijen geven heel specifieke geuren. Als klein kind kreeg Nuala bij haar oma altijd ruimhartig speculaasjes en de geur van kaneel, kruidnagel en nootmuskaat roept nu nog steeds heel prettige herinneringen op. In de grote kas van de Hortus kun je kaneel (Cinnamomum verum), kruidnagel (Syzygium aromaticum) en nootmuskaat (Myristica fragans) allemaal bekijken.

Hortus botanicus Leiden 2024 41


Determineren met Liselotte Rambonnet en Auke-Florian Hiemstra

Expeditie Singelpark De Taxon Foundation voert samen met buurtgroeperingen, scholen en burgerwetenschappers onderzoeksprojecten uit met speciale aandacht voor insecten en andere kleine diertjes. Een onderzoek naar de biodiversiteit in diverse delen in het Singelpark is zo’n project. Omdat de Hortus botanicus deel uitmaakt van het Singelpark werd eind september 2023 de biodiversiteit in de Hortus onderzocht. Daarbij werd een onderzoeksdag werd georganiseerd, waarin het onderzoek werd uitgevoerd door Vrienden van de Hortus samen met experts op het gebied van kevers, spinnen, miljoenpoten, waterbeestjes, et cetera. De resultaten van deze burgerwetenschap-dag nemen de experts mee in hun eigen onderzoek naar de Hortus. [tekst] Adri Mulder [foto’s] Adri Mulder, Maaike de Voogd, Jan Wieringa

Salamander uit de Varentuin 42 Hortus botanicus Leiden 2024

Roodstip-miljoenpoot (Blaniulus guttulatus) [foto] Maaike de Voogd

Grootoogkortschildkever (Stenus fuscicornis) [foto] Jan Wieringa

Drie duizendpoten en twee pissebedden


D

e experts onder wier bezielende leiding Hortusvrienden naar beestjes hebben gezocht, waren Menno Schilthuizen van de Taxon Foundation (ongewervelde dieren in het algemeen); Maaike de Voogd (pissebedden, duizendpoten, miljoenpoten en hooiwagens), die ook verantwoordelijk was voor de uitstekende organisatie; Jan Wieringa (kevers, wantsen, krekels, sprinkhanen, kakkerlakken en oorwormen); Anthonie van Peursen (slakken); Liselotte Rambonnet en Auke-Florian Hiemstra van de Grachtwacht (waterbeestjes, van watermijten tot rivierkreeften). Na een korte uitleg van Menno gingen de Hortusvrienden in groepjes onder leiding van een expert de tuin in. Er werden vallen ingegraven en er werd een zogeheten Malaise-tent opgezet waarmee je vliegende insecten kunt vangen. Jan legde een klopscherm, een witte cirkel van canvas, op de grond waar rottend hout werd uitgestrooid van de Japanse walnoot, die tijdens een zware storm in juli 2015 in tweeën is gespleten. Ongelooflijk wat daar allemaal uit kwam kruipen! Met een simpel Chantal heeft zuigapparaatje kun je beestjes opzuigen en het druk in een buisje met alcohol doen. Hetzelfde procedé werd toegepast door Menno met strooisel van onder de Ginkgo. Anthonie

vond met zijn groepje in de Varentuin heel wat slakken. Daar werd ook een salamander aangetroffen. Met Liselotte en Auke-Florian gingen Hortusvrienden met schepnetten het water op. Ook de Hortusvijver werd bemonsterd. De verzamelde diertjes werden naar de Tuinkamer gebracht waar binoculairs stonden opgesteld. Een binoculair is een optisch instrument waardoor met twee ogen tegelijk wordt gekeken: elk oog vanuit een iets verschillende hoek. Hierdoor krijgt men een driedimensionale diepte-indruk. Daarmee konden de Hortusvrienden hun vangsten vergroot bekijken. Met behulp van zoekkaarten, boeken en de experts werd geprobeerd de diverse beestjes op naam te brengen. De deelnemers waren verrast hoe mooi die kleine beestjes zijn! Al met al was het een zeer geslaagde dag. Enkele interessante vondsten: in de Singel enkele exoten zoals de Kaspische slanke aasgarnaal, de Amerikaanse en de Pontokaspische vlokreeft en de marmergrondel; op land de zwarte kielnaaktslak, de roodstipmiljoenpoot, het zuidelijk dwerglopertje, het kroosvarensnuittorretje en de borsttandheremietwants; aan slakken: de posthoornslak en de grote clausilia.

Koen op zoek met expert Jan

Michèle graaft een val in

Koen van Zoest concentreerde zich

van origine meer op planten. Tijdens de coronatijd was zijn actieradius grotendeels beperkt tot zijn eigen tuin. Hij is toen ook diertjes gaan bekijken op de grote kattenstaart (Lythrum salicaria), waar hij onder andere de dwerg-kattenstaartsnuitkever (Nanophyes marmoratus) tegen kwam. Koen vond in expert Jan een medestander. Samen hebben ze veel heel kleine kevertjes en andere diertjes verzameld van een klopscherm. Er werd onder andere een soort grootoogkortschildkever (Stenus fuscicornis) gespot, een opmerkelijk vondst! Koen vond het heel leerzaam, eigenlijk was de tijd te kort.

Chantal Spruit deed mee, omdat

ze niets van het onderwerp af wist en heel benieuwd was wat ze allemaal zou tegenkomen. Wat dat betreft is ze niet teleurgesteld. Ze ging met Liselotte Rambonnet mee in de boot van de Grachtwacht. Met een schepnet heeft ze heel wat materiaal opgevist uit de singel naast de Hortus, onder meer onder grote hilariteit een Amerikaanse rivierkreeft. Bij het bekijken van de oogst met een binoculair viel ze van de ene verbazing in de andere: ‘Dit beest is heel cool!’. Ze had nooit gedacht dat er zoveel verschillende soorten beestjes in het water zaten. Die zie je normaal nooit.

Michèle Segond von Banchet heeft zich opgegeven voor de expeditie puur uit belangstelling en omdat zij rondleider is bij de Hortus. Met de opgedane kennis kan zij haar repertoire uitbreiden. Zij is ook lid van de wiedploeg. Zij is druk bezig geweest met het ingraven van vallen, ronde plastic bakjes. De rand van het bakje moet precies gelijk zijn aan de grond er omheen, zodat een rondkruipend beestje erin valt. Onderin werd een mengsel van zeep, zout en water gedaan. Na ongeveer anderhalve week kwam Maaike de inhoud inspecteren. Michèle zal voortaan met een heel ander oog kijken naar wat er rondkruipt, als ze bezig is met wieden.

Hortus botanicus Leiden 2024 43


Greep uit de ingrediënten [foto] Marjolijn Bol

Met Constantijn Huygens op zoek naar

‘rieckend water’ Constantijn Huygens (1596–1687) was een Nederlands diplomaat, kunstkenner, dichter, geleerde, componist, secretaris van drie stadhouders en vader van vijf kinderen, van wie er één opgroeide tot de bekende natuurwetenschapper Christiaan Huygens. Minder bekend is dat Constantijn ook een fervent parfumeur was. [tekst] Mia Hopperus Buma [foto’s] Marjolijn Bol, Adri Mulder

44 Hortus botanicus Leiden 2024 2022


T

ussen zijn geschriften over uiteenlopende onderwerpen, van geneeskunde tot verf, vond Ineke Huysman, historica en senioronderzoeker bij het Huygens Instituut, een verzameling van meer dan 150 recepten voor een verscheidenheid aan geurproducten. Samen met een geurteam, waaronder een professionele ‘neus’ van Givaudan, ‘s werelds grootste producent van geur- en smaakstoffen, doet ze onderzoek naar één van Constantijns parfums. In de ban geraakt van Inekes zoektocht, zoek ik haar op in Voorburg, in Hofwijck: het woonhuis en tuin van de familie Huygens, nu museum.

Waarom wilden jullie juist dit recept namaken?

‘Constantijn had een innige band met zijn moeder, Susanna Huygens-Hoefnagel (1561-1633). Zij maakte destijds een parfumrecept, dat Constantijn jaren later opnieuw samenstelt als dierbare herinnering aan haar. Hij gebruikt daarvoor ingrediënten uit zijn tuin in Hofwijck en kruiden die dankzij de internationale handelsstromen in Nederland te krijgen zijn. We kozen dit recept, omdat het in het Nederlands is en de ingrediënten nog gemakkelijk te krijgen zijn. Ook vermoedde ik dat het een lekkere, zachte geur zou hebben. Uit de tuin komen lavendel, tijm en blaadjes van de Damascusroos. Kaneelstokjes en kruidnagel betrekt Constantijn van elders.’

Hoe ging de reconstructie in zijn werk?

‘Dankzij het team van het Geheugen van Geur, een project van de Jonge Akademie van de KNAW onder leiding van prof. Nadine Akkerman (Universiteit Leiden), kon ik voortvarend aan de slag. Marjolijn Bol, hoofddocent technische kunstgeschiedenis aan de Universiteit Utrecht, had de leiding over dit onderdeel van het experiment. De acht ingrediënten moesten 24 uur weken in een pint regenwater. Het team nam gedestilleerd water en bracht het mengsel naar het KunstLab van de Universiteit Utrecht, dat over een goed uitgeruste laboratoriumomgeving beschikt om het mengsel te distilleren. Door verdamping en condensatie worden de componenten van een vloeibaar mengsel dan gescheiden. Zo ontstaat, naast een mengsel van essentiële oliën, een hydrolaat, dat in water oplosbare bestanddelen bevat die uit plantmateriaal zijn gedistilleerd, zoals rozenwater. Zeventiende-eeuwse Nederlandse apothekers verkochten dergelijke hydrolaten in veel variëteiten voor medische, cosmetische en aromatische doeleinden. Een belangrijk apparaat voor onze reconstructie was de koperen alambiek. Het apparaat wordt met de geweekte plantenmassa gevuld en vervolgens op een kookplaat geplaatst, zodat het mengsel veilig en stabiel

De groene cruyden sal men snijden, de drooghe grof stooten en tsamen te weecke stellen in een pinte regenwater den tijd van 24 uren. Daarnaer gedistilleert totdat de materiale droogh zijn. Ineke Huysman [foto] Adri Mulder

Distilleren [foto] Marjolijn Bol

Hortus botanicus Leiden 2024 45


Hofwijck aan de Vliet [foto] Adri Mulder

‘De geur ervan was een historische sensatie voor ons team’

Constantijn Huygens

wordt verwarmd. Huygens zou natuurlijk een vuurtje hebben gestookt. Terwijl het mengsel kookt, verdampen het water en de vluchtige plantenbestanddelen. De damp verplaatst zich naar boven en dan naar beneden door de koelspiraal, die wordt gekoeld door een constante waterstroom. In de spiraal condenseert de damp tot druppels hydrolaat, die vervolgens worden opgevangen in glazen flesjes. De geur ervan was een historische sensatie voor ons team. Zo moet het ‘welrieckend water’ dus ongeveer geroken hebben, maar helemaal zeker weet je het nooit.‘

Wat heb je met het hydrolaat gedaan?

‘Omdat zure hydrolaten langer houdbaar zijn, mat het team ook de pH-waarde ervan. We ontdekten dat het welrieckend water een pH van ongeveer 5 had. Dit betekent dat het hydrolaat tot twee jaar houdbaar zou kunnen zijn! De exacte houdbaarheid hangt af van verschillende factoren, waaronder de gebruikte plantensoorten, de omstandigheden waaronder ze zijn gedistilleerd (hygiëne is bijzonder belangrijk) en hoe ze worden bewaard (bij voorkeur op een donkere en koele plaats).’ ‘We gingen naar Parijs om de geur te delen met professionele parfumeurs. We belandden bij een

46 Hortus botanicus Leiden 2024

biologische apotheek, die de eigenaars “Huygens Paris” hadden genoemd toen ze ontdekten dat hun zaak zich in dezelfde straat bevindt als de voormalige woning van Christiaan Huygens, de beroemde zoon van Constantijn. Huygens Paris heeft vervolgens in samenwerking met Marypierre Julien, een senior neus bij Givaudan, een geur geproduceerd op basis van de essence-olie van het hydrolaat. Deze zachte, rustgevende geur is verwerkt in een geurkaars, die te koop is in Hofwijck en in de Hortuswinkel. De geur kun je zelf komen ruiken in Hofwijck of in de Hortus. De geur is niet getest op mensen en daarom niet in de handel. Wie weet komt dat nog.’

Ben jij samen met het team wijzer geworden? ‘Het is eigenlijk net als bij een muziekpartituur of

een kookrecept: er blijft veel onuitgesproken en is er veel ruimte voor interpretatie. Hoe ging men in die tijd te werk? Wat was de praktijkervaring van toen? Hoe werkte Huygens met de andere parfumeurs in zijn netwerk? Deed hij het voor plezier of voor het verkrijgen van kennis? Het verzamelen van de verschillende materialen voor ons experiment leidde


Alambiek [foto] Adri Mulder

tot vragen over de grenzen van onze reconstructie. Zijn onze hedendaagse planten wel vergelijkbaar met die uit de zeventiende eeuw? Welke soort lavendel zou Huygens hoogstwaarschijnlijk hebben gebruikt? Welke soorten kaneel werden in de zeventiende eeuw in Nederland geïmporteerd? De beschikbaarheid van veel van Huygens’ ingrediënten is ook afhankelijk van het seizoen. Dit betekent dat zijn ‘welrieckend water’ alleen in een bepaalde tijd van het jaar kon worden gemaakt. Wanneer is de beste tijd om de meest aromatische rozenblaadjes of lavendel te plukken? Hoe snel na de oogst moet het plantmateriaal worden gebruikt?’

Had Huygens contacten met onze Hortus?

‘Jazeker. Dat blijkt uit zijn correspondentie met de prefect Adolphus Vorstius (1597-1663) en botanicus Johannes van Brosterhuysen (1596-1650). Vorstius zorgde voor onderdak in Leiden voor Constantijns kinderen toen ze daar naar de universiteit gingen. Vorstius vraagt Constantijn om te bemiddelen bij de stadhouder voor een paspoort, zodat hortulanus Hendrik Carthagen zeldzame planten kan gaan kopen in Brabant en Vlaanderen. De Tachtigjarige Oorlog maakte reizen niet gemakkelijk. Van Brosterhuysen zit volop in het netwerk van Constantijn. Zij maakten samen een oventje om te experimenteren en correspondeerden over parfumerie. Van Brosterhuysen droeg bij aan de inrichting van de Leidse Hortus. Daarna werd hij professor botanie aan de ‘Illustre School’ te Breda, de hogeschool van de Oranjes, die echter niet lang heeft bestaan.’

Wat zou je de Vrienden van de Hortus mee willen geven uit eigen ervaring en kennis van geur en plantkunde?

‘Sta open voor geuren uit het heden en verleden, oordeel niet te snel of je een geur lekker vindt of niet. Geuren en ook smaak zijn aan tijd, plaats en cultuur gebonden. In het verleden rook alles veel sterker, vooral vieze geuren overheersten. Dat moet je in gedachten houden als je zo’n gereconstrueerd parfum uit die tijd ruikt.’

Waar ben je het meest trots op?

‘Dat ons kleinschalige project in zo’n korte tijd zoveel voor elkaar heeft gekregen: een reconstructie, een geur, een product in de vorm van een geurkaars, een tentoonstelling in Huygens’ Hofwijck die werd geopend door de minister van OCW, Robbert Dijkgraaf, een video, lezingen voor een breed publiek, met als afsluitend hoogtepunt een workshop in Parijs voor experts op het gebied van geurgeschiedenis.’

Benodigdheden [foto] Adri Mulder

Looking for ‘pungent water’ with Constantijn Huygens Constantijn Huygens (1596-1687) was a Dutch diplomat, art expert, poet, scholar, composer and secretary to three stadtholders. Less well known is that Constantijn was also an avid perfumer. Ineke Huysman, historian and senior researcher at the Huygens Institute, found a collection of more than 150 recipes for a variety of scented products among his writings. Together with a scent team — including a professional ‘nose’ from Givaudan, the world’s largest producer of fragrances and flavourings — Ineke sought to reconstruct one of Constantijn’s perfumes. Huygens obtained lavender, thyme and leaves of the Damascus rose from the garden of his retreat Hofwijck. He obtained cinnamon sticks and cloves from elsewhere. The scent team soaked the ingredients in rainwater for 24 hours and then distilled the mixture using, among other things, an alembic. The resulting scent has also been incorporated into a scented candle, for sale at Hofwijck (and in the Hortus shop). Ineke is proud that the project has achieved so much in such a short time: a reconstruction, a scent, a product in the form of a scented candle, an exhibition in Huygens Hofwijck that was opened by Robbert Dijkgraaf, Minister of Education, Culture and Science, a video and lectures for a wide audience, with a workshop in Paris for experts in the field of scent history as the final highlight.

Hortus botanicus Leiden 2024 47


Geur en brein Ophrys insectifera lokt bestuiver [foto] Nora De Angelii

48 Hortus botanicus Leiden 2022


Hanneke Hulst [foto] Evelyn Jessurun

Als neurowetenschapper houdt Hanneke zich bezig met aspecten van het zenuwstelsel. Entree Pieter de la Courtgebouw [foto] Adri Mulder

In het Pieter de la Courtgebouw aan de Wassenaarseweg 52 bevindt zich de Faculteit Sociale Wetenschappen van de Universiteit Leiden. Ik mag daar prof. Hanneke Hulst, hoogleraar Neuropsychologie in Gezondheid en Ziekte, interviewen. Zij was lid van het team ‘het Geheugen van Geur’, een project van De Jonge Akademie van de KNAW. [tekst] Mia Hopperus Buma [foto’s] Nora De Angelii, Evelyn Jessurun, Adri Mulder [afbeelding] Shutterstock

I

n dit project, dat geleid werd door prof. Nadine Akkerman, hoogleraar Vroegmoderne Literatuur en Cultuur aan Universiteit Leiden, wordt een geurrecept van Constantijn Huygens gereconstrueerd. Hierover leest u meer op pagina 44 van dit blad. Als neurowetenschapper houdt Hanneke zich bezig met aspecten van het zenuwstelsel. Hoe werken de hersenen in relatie tot cognitieve functies, oftewel tot ons denkvermogen? Haar deelname aan het project beslaat de link tussen geurperceptie, geheugen én emotie en hoe dit werkt in onze hersenen.

Wat houdt je werk in en hoe draag je bij aan het vergroten van kennis en wetenschap?

‘Mijn moeder, die zelf de hersenziekte multiple sclerose (MS) had, is voor mij de inspiratiebron geweest om onderzoek te doen naar mensen met hersenziektes en de impact daarvan op hun kwaliteit van leven. In het bijzonder houd ik mij bezig met problemen van het denkvermogen. Mensen met MS gaan ten gevolge van de ziekte vaak langzamer denken. Dit kan problemen veroorzaken in de sociale interactie of op werk. De gezonde mens gaat voor hen te snel. Dit kan ertoe leiden dat mensen met MS zich afzonderen of niet meer kunnen werken, zeker omdat er bij MS geen uitzicht is op herstel. Het gevaar van uitval op het werk en in de sociale omgeving ligt dan op de loer met mogelijke problemen in de zingeving tot gevolg. Hoe kun je dat voorkomen? Daar richt mijn onderzoek zich op. Ik kijk of de effecten van hersenschade voorkomen of ten minste uitgesteld kunnen worden

door in een vroeg stadium, als er enkel milde klachten zijn, de hersenen te trainen. Wij doen dit door onderzoek naar levensstijl, zoals bewegen en gezond eten. Ook cognitieve training op de computer of een coach op het werk kan potentiële problemen tegengaan. Een jaar lang volgen mijn team en ik de patiënten in het onderzoek. Dit is een ambitieuze en spannende studie en wij hopen oprecht iets voor patiënten met een verminderd denkvermogen te betekenen, namelijk dat zij zo lang mogelijk kunnen blijven deelnemen aan de samenleving.‘

Je bent ook voorzitter van de sectie Gezondheids-, Medische en Neuropsychologie (GMN) van de Leidse universiteit. Wat doet deze sectie?

‘GMN zet zich in op gezondheids-, medisch en neuropsychologisch vlak. Op heel brede schaal zetten we ons ervoor in hoe we de bevolking gezond houden door bijvoorbeeld het verminderen van stress of het stimuleren van gezonde voedingskeuzes. Daarnaast kijken we er ook naar hoe we mensen met zowel hersenaandoeningen als (chronische) lichamelijke klachten zo goed mogelijk kunnen ondersteunen zodat de kwaliteit van leven zo groot mogelijk kan blijven. GMN richt zich vooral op die bevolkingsgroepen voor wie een gezonde levensstijl niet altijd vanzelfsprekend is.’

Hoe werken geur en geheugen in onze hersenen? ‘Geurmoleculen, dus reukstoffen in de lucht, hechten zich aan ons reukepitheel. Dit is het weefsel in onze neus dat

Hortus botanicus Leiden 2022 49


Doorsnede van geurwaarneming [afbeelding] Shutterstock

zorgt dat we reukstoffen waarnemen. Via de geurzenuw wordt de geur getransporteerd naar de hersenen en daar vindt dan de waarneming plaats. Deze waarneming kan gaan via de amygdala, de amandelvormige kern in de hersenen waar verbanden tussen geur en emoties worden gelegd. De hippocampus ligt direct achter de amygdala en is belangrijk voor het vormen van herinneringen. De interactie tussen de amygdala, hippocampus en de geur, zorgt ervoor dat eerder geroken geuren een volgende keer sneller herkend worden.’

Hoe bepalen onze hersenen of we een geur lekker of vies vinden?

‘Het zojuist beschreven proces maakt dat lekkere en vieze geuren positieve of negatieve herinneringen kunnen vormen. De geur die doet herinneren aan de lekkere appeltaart van die leuke oma, maakt ons blij. De vuurwerkdampen in de nieuwjaarsnacht kunnen een veteraan met PTSS juist weer uit balans brengen. Dat ons brein geur herkent heeft ook een waarschuwende functie: bijvoorbeeld gevaar door brand. Het maakt ons alert. Tenslotte

50 Hortus botanicus Leiden 2024

spelen persoonlijke voorkeuren en smaken een rol. De een vindt hyacinten lekker ruiken, de ander vindt de geur ervan te sterk.’

Kun je iets zeggen over de biologische aspecten van ruiken?

‘Jazeker, geur speelt een heel belangrijke rol bij de ouder-kindbinding en later in het leven bij het kiezen van de levenspartner. Hierbij spelen feromonen een rol. Dit zijn in de ecologie vluchtige geurmoleculen die boodschappen overbrengen tussen individuele organismen van eenzelfde soort, dus tussen mensen, dieren, maar ook tussen sommige planten. Sommige planten lokken hun bestuivers met namaak-feromonen (zie het artikel over Ophrys in dit blad). Maar je kunt ook ruiken of jijzelf of een ander stinkt. Dit heeft psychologische gevolgen, bijvoorbeeld dat je fysiek en/of psychisch afstand houdt van degene die stinkt. De mens heeft niet het best uitgeruste reuksysteem. Bij veel dieren is het anders opgebouwd. Zij kunnen veel meer geuren onderscheiden, ruiken veel preciezer. Deze dieren zijn veel afhankelijker van hun reukvermogen om te overleven dan mensen. ‘


Wat gaat er mis in het brein als iemand lijdt aan algeheel geurverlies?

‘In de geneeskunde wordt dit anosmie genoemd. Er zijn verschillende oorzaken voor. De bekendste is verkoudheid. Door een verstopping van de neusholten kan de geurzenuw zijn werk niet doen. Je proeft dan vaak ook slecht of helemaal niet meer. Na de verkoudheid is de anosmie weer verdwenen. Er kan een poliep zijn in de neus of in de luchtweg. Een poliep kan meestal operatief verwijderd worden. Maar als de geurzenuw kapot is door een hersenaandoening of bijvoorbeeld door een bestraling van kanker, is de anosmie meestal blijvend. Er zijn ook genetische afwijkingen die anosmie kunnen veroorzaken. Helaas kan dit tot op heden nog niet verholpen worden. Tenslotte hebben we recent ervaren dat COVID anosmie kan veroorzaken. Uit onderzoek blijkt dat COVID de steuncellen, het weefsel, rond de geurzenuw aantast. Men veronderstelt dat deze aantasting zich op termijn zal herstellen, maar de toekomst moet dat uitwijzen.’

Wat zou je de Vrienden van de Hortus graag meegeven uit je eigen ervaring en kennis in relatie tot geur en plant(kunde)? Misschien iets dat je ontdekt hebt in het Geheugen van Geur-project?

‘Het meest fascinerend in het Geheugen van Geurproject was dat het leek of je ruim 300 jaar door de tijd kon reizen, terug naar de tijd van Constantijn Huygens. Dit roept ook weer allemaal nieuwe vragen op. Ruiken we nu nog steeds hetzelfde als toen? Geuren zijn wellicht veranderd, maar is de manier waarop onze hersenen geur verwerken wellicht ook veranderd? En in hoeverre is wat men lekker vindt een gevolg van de tijdsgeest? Daarom gaan we een vervolgtest doen: we laten mensen zonder verdere informatie geuren ruiken van toen en nu. We zijn benieuwd welke geuren het beste scoren, de oude of hedendaagse geuren?‘

Slotvraag: waarover ben je in relatie tot je kennisvergaring over geur en geheugen het meest enthousiast?

Interieur Pieter de la Courtgebouw [foto] Adri Mulder

‘Ik zou nooit over geur en geheugen zijn gaan nadenken als ik niet in het team van het project van De Jonge Akademie had gezeten. Het is de interdisciplinaire samenwerking in het project waar ik het meest enthousiast over ben. Daardoor hebben we echt elkaars perspectieven weten te verrijken. Zo hebben Nadine Akkerman en Ineke Huysman de teksten van Huygens met kennis over de hersenen extra betekenis kunnen geven. Ik ben er zelf bewuster door geworden hoe je perspectief in de tijd kan veranderen. Heel concreet heeft het ook een lezingenreeks over het Geheugen van Geur opgeleverd waarin we het algemene publiek meenamen op onze reis.’

Hortus botanicus Leiden 2022 51


Rosa ‘Baron de Wassenaer’ (Mosroos) [foto] Martin White

Rozengeur Het Rosarium werd eind jaren dertig aangelegd door prof. Baas Becking. Decennia later voltooide Leslie Tjon Sie Fat een geografisch gebaseerde herinrichting, uitgebreid gerapporteerd in De Roos in de Hortus Botanicus te Leiden (1986). Dit interne rapport geschreven voor de Hortus vormt nu de basis voor het toegewijde opknapwerk van Diedel Kornet en haar partner Martin White. [tekst] Jack Sluijs [foto’s] Adri Mulder, Martin White [afbeelding] Leslie Tjon Sie Fat

52 Hortus botanicus Leiden 2024


[afbeelding] Leslie Tjon Sie Fat

D

iedel studeerde biologie en filosofie en werd in 1995 benoemd tot bijzonder hoogleraar Wijsgerige Biologie in Leiden. Er was altijd verbinding met de Hortus, via docenten, jaargenoten, en haar toenmalige echtgenoot Ger van Vliet die wetenschappelijk directeur van de Hortus werd. Zij kwam er met zoons en later kleindochters graag. Zoals zij zelf zegt, de Hortus was er altijd voor ons, en inmiddels wil ik graag iets terug doen. Zo adopteerde zij rozen voor de kleindochters en begon vrijwilligerswerk in hun geliefde Rosarium. De rozencollectie wordt door Diedel en Martin verzorgd, gecontroleerd op identiteit en locatie en aangevuld met ontbrekende rozenstruiken. Alle rozen worden gefotografeerd en toegevoegd aan het online overzicht van de collectie van de Hortus botanicus. Onze mooie historische collectie met wilde en gecultiveerde rozen uit het gehele verspreidingsgebied van het geslacht Rosa kent diverse welriekende rozen. Van de oude Europese/Mediterrane rozen hebben we bijvoorbeeld de halfgevulde Apothekersroos (Rosa gallica var. officinalis) waarvan de rozenblaadjes ook gedroogd blijven geuren. Een ander voorbeeld is de Bulgaarse ‘Kazanlik’ roos (Rosa x damascena f. trigintipetala) waaruit nog altijd krachtig geurende rozenolie wordt gewonnen voor parfums en culinaire toepassingen. Deze oude Europese/Mediterrane Gallica en Damascener rozen kennen, evenals de rijk geurende Centifolia en Mosrozen, geen herbloei. Verrassend is misschien Rosa foetida ofwel ‘stinkende roos’. Deze van oorsprong Midden-Aziatische* roos is vanwege haar gele kleur niettemin van oudsher gewild bij de kwekers van cultivars. Een karakteristieke geur kan ook afkomstig zijn van bladeren met aan de onderkant kleine kliertjes, zoals de frisse appeltjesgeur van de egelantier (Rosa rubiginosa), een bekende wilde rozenstruik die ook in Nederland voorkomt.

Diedel en Martin [foto] Adri Mulder

Het Rosarium bevat ook een mooie collectie Chinese wilde rozen en oude Chinese cultivars, waaronder diverse herbloeiende soorten. Deze werden vanaf circa 1790 in Europa geïntroduceerd, waarna kruisingen met Europese rozen leidden tot de moderne herbloeiende Westerse cultivars. Alleen bij deze rozen kan het afknippen van uitgebloeide bloemen de herbloei bevorderen. Bij de overige rozen zal het afknippen de mogelijkheid ontnemen om wat later van de kleurrijke bottels te genieten. Een bekend voorbeeld van herbloeiers zijn de theerozen, waarvan de bovengenoemde Europese Rosa gallica tot de oudste voorouders behoort. We hebben ook twee van de oudste Chinese voorouders. De voor ons klimaat imposante Rosa gigantea heeft grote roomgele bloemen waarvan de knoppen en geur al aan theerozen doen denken. Ernaast staat de kleine roze, zoet geurende en doorbloeiende Rosa chinensis ‘Old Blush’. Beide rozenstruiken werden al 2000 jaar in China gekweekt voordat ze in het Westen werden geïntroduceerd. Via twee kruisingen werden ze voorouders van vrijwel alle moderne tuinrozen. Binnen zijn dikke taxushagen vormt het Rosarium niet alleen een geurig en kleurig rustpunt in de Hortus, maar ook een bron voor vele interessante verhalen.

Rosa ‘Fantin Latour’ (Centifolia) [foto] Martin White

Rosa gigantea [foto] Martin White

Hortus botanicus Leiden 2024 53


Veilig dwalen in de Hortus

Paadje in de Varentuin [foto] Simone Both

In de tuinen van de Hortus kun je heerlijk dwalen. Zo ontdek je nog eens wat nieuws in het immer veranderende groen. Maar om met een gerust hart te kunnen dwalen, moet je ook de weg terug kunnen vinden. Om dit voor de bezoekers gemakkelijker te maken, werkt de Hortus samen met een gespecialiseerd ‘wayfinding’-bureau. Roos Petrovskyi, ontwerper bij Mijksenaar, legt uit dat het over meer gaat dan alleen bordjes plaatsen. [tekst] Emma Knapper [foto] Simone Both [photoshops] Bureau Mijksenaar

Vinden en ontdekken

Als je langs de Varentuin loopt, verdwijnen er allerlei smalle, onverharde paadjes tussen de weelderige varens. Misschien word je hierdoor verleid om van het asfaltpad af te gaan. Zonder dat je het bewust registreert, wéét je dat je dan het hoofdpad verlaat. Dat is een mooi voorbeeld van ‘natural wayfinding’, wat je uitnodigt de tuin te ontdekken.

54 Hortus botanicus Leiden 2024

Maar als je het toilet of de uitgang zoekt, wil je die niet ontdekken: die wil je gewoon kunnen vinden. Je volgt dan het hoofdpad en de bewegwijzering die je tegenkomt. Dat is de balans die de Hortus wil bieden aan alle bezoekers: doordat je vertrouwen hebt dat je kunt vinden wat je zoekt, voel je de vrijheid om op ontdekkingstocht te gaan.


Roos Petrovskyi

Impressie bord T-kruising Sterrewacht

‘Wij willen mensen verbinden met de plek waar ze zijn,’ vertelt Roos. ‘Goede wayfinding versterkt een plek en verbetert de bezoekerservaring.’ Mijksenaar adviseert niet alleen over navigatie (hoe je beslist waar je heen gaat), maar ook over oriëntatie (hoe lees je een ruimte?) en ervaring (hoe de sfeer van de Hortus terugkomt in het bewegwijzeringssysteem).

Verkeersstromen

Neem het entreegebied van de Hortus: dat is een moeilijke plek, omdat er veel bezoekersstromen bij elkaar komen. Bezoekers willen de tuin in of juist eruit, ze willen snuffelen in de shop of juist direct naar de toiletten. Roos vertelt hoe ze dat heeft aangepakt: ‘Ik ben er zelf naartoe gegaan en heb geobserveerd wat er gebeurt. Waar gaat het mis? Op welke punten staan bezoekers te twijfelen of lopen ze verkeerd? Op basis daarvan tekenen we de loopstromen uit en bepalen we de knelpunten.’ Maar hoe verbeter je die knelpunten dan? Eigenlijk willen we het de bezoeker wat makkelijker maken. Dus we zetten een hoge kast met winkelproducten aan de kant, in plaats van in het midden. Dan heb je bij binnenkomst al goed zicht op de poortjes. En wil je na je bezoek nog even shoppen? Dan word je met bebording via het draaihek buiten terug naar de winkel geleid. Zo voorkomen we dat in- en uitgaande bezoekers tegen elkaar in gaan lopen in de Wintertuin. En op die manier wordt het gelijk een stuk rustiger in dat complexe gebied.

Een toegankelijke Hortusroute Impressie kroonjuwelenbord tulpenboom

Mijksenaar heeft ook geholpen met het vaststellen van de ‘Hortusroute’. Als je deze route door de tuin volgt, kom je langs vrijwel alle kroonjuwelen en tuindelen. Veel bezoekers van de Hortus zijn hier immers voor het eerst en willen graag in ieder geval de hoogtepunten zien. Door de Hortusroute krijgen ze het vertrouwen alles gezien te hebben. Ook houdt de Hortusroute rekening met bezoekers met wieltjes, zoals rolstoelgebruikers of mensen met een kinderwagen. Door aan te geven waar zij wel en niet kunnen komen, bieden we ook deze groep een fijn bezoek. De meest zichtbare verandering in de tuin zijn toch de bordjes: van nieuwe informatieborden bij onze kroonjuwelen en handwegwijzers op kruisingen, tot de kleinste naambordjes bij de planten. Allemaal in dezelfde herkenbare stijl. Als alle bordjes, teksten en pictogrammen bij elkaar passen, voel je je als bezoeker namelijk meer verbonden met de Hortus. Vanaf april 2024 worden de eerste nieuwe borden in de Hortus geplaatst.

Hortus botanicus Leiden 2022 55

Impressie handwegwijzer Wintertuin


Het nieuwe looppad [foto] Nuala Teerink

Ronde Sterrewacht In 1861 werd onder leiding van sterrenkundige Frederik Kaiser de Sterrewacht gebouwd op een terrein dat gedwongen werd afgestaan door de Hortus. Het gebied rond de Sterrewacht werd in 2011 teruggegeven aan de Hortus. Vanwege de kosten koos de Hortus voor een abeidsextensieve tuin, meer park dan botanisch. Als je om de Sterrewacht wandelde, kon je niet verder bij de vlonder. Daardoor werd de Sterrewachttuin minder bezocht dan andere delen van de Hortus. Een lang gekoesterde wens van de Hortus komt in vervulling: de ‘ronde om de Sterrewacht’ wordt afgemaakt en er wordt een nieuwe mediterrane tuin ingericht. [tekst] Adri Mulder [foto’s] Adri Mulder, Nuala Teerink

56 Hortus botanicus Leiden 2024

Patricia en Gerard op de nieuwe brug


Voorbereiding

Architect Gerard Smit maakte een ontwerp met een ongelijkvloerse kruising bij de dam in de 5de Binnenvestgracht. Hij koos voor een onderdoorgang onder de brug die de duiker vervangt. Bovenlangs over de Sterrewachtlaan heen, zou te steil worden en het zicht op het beschermd stadsgezicht te veel belemmeren. De nieuwe brug ontwierp Gerard met opzet zo dat hij niet te veel zou opvallen, hoewel hij een fraaie balustrade kreeg. De Sterrewacht en de Hortus zelf zijn de blikvangers, iconen van Leiden. Nog een blikvanger op deze plek was ongewenst. Hoofd Publiekszaken van de Hortus Patricia Vandecasteele is projectleider. Zij heeft de fondsenwerving voor dit omvangrijke project ter hand genomen. Er kwam ook nog een nieuw aan te leggen mediterrane tuin bij. De Universiteit Leiden, de gemeente Leiden en de provincie Zuid-Holland hebben een bijdrage geleverd. Bovendien droegen niet alleen de Vrienden van de Leidse Hortus substantieel bij, maar ook zijn er gelden verkregen van een groot aantal vermogensfondsen. De meeste van deze fondsen steunden ook al vele andere projecten in de Hortus. Sommige buurtbewoners waren in eerste instantie niet enthousiast. De Hortus heeft een aantal buurtbijeenkomsten georganiseerd. Naar aanleiding van deze bijeenkomsten is het plan op een aantal punten aangepast. Zo komt er een groene haag langs het pad langs de 5de Binnenvestgracht. Omdat bewoners vreesden dat met het verdwijnen van de dam allerlei bootjes langs hun huis zouden gaan varen is er een invaarverbod geregeld. Ook Erfgoed Leiden en Omstreken, betrokken vanwege het beschermd stadsgezicht, ging akkoord waarna de gemeente de vergunning verleende.

‘De Hortus wil de oude glorie herstellen door een betere verbinding met de Sterrewachttuin.’ Planning Oktober 2023 t/m mei 2024: a anleg tuin en asfalteren van paden 22 mei 2024: officiële opening De Hortus is heel blij met de Ronde Sterrewacht, de cirkel is weer rond na meer dan 150 jaar. Door de mediterrane tuin wordt de botanische waarde van de Hortus nog verder verhoogd. In 2023 werd de 200.000ste bezoeker al in september verwelkomd. Met meer bezoek aan de Sterrewachttuin zullen al die belangstellenden beter worden gespreid. Patricia en Gerard zijn er trots op dat een en ander op zo’n kleine plek, waar heel veel functies bij elkaar komen, zo mooi is opgelost.

Uitvoering

Gerard Smit beschouwt de Ronde Sterrewacht als ‘kers op de taart’ van zijn werkzaamheden voor de Hortus. In het verleden werkte hij onder meer aan de restauratie van de Tropische kassen, de herinrichting van de Wintertuin en het bollenkasje, terwijl hij ook de restauratie van de Sterrewacht deed. De uitvoering van de werkzaamheden verloopt naar wens. Gerard werkt met bekende partijen, een team dat succesvol samenwerkt en erop toeziet dat de overlast voor de buurt zo veel mogelijk beperkt blijft. De brug komt exact in het verlengde van het poortgebouw in de Sterrewachtlaan te liggen. Bij de dam was dat niet het geval. Er blijft een vlonder, zij het een iets kleinere, aanwezig.

Mediterrane tuin

Met de Ronde Sterrewacht verandert de tuin van een park nu echt in een botanisch onderdeel van de Hortus. De mediterrane tuin wordt ontworpen en aangelegd door de firma Copijn. In verband met klimaatverandering is voor deze tuinstijl gekozen. In editie 2023 van ‘Hortus Leiden’ beschrijft Rogier van Vugt in het artikel ‘Tuin voor de toekomst’ hoe je een tuin moet aanleggen die weinig water nodig heeft en goed tegen de warmte kan. Er komen olijfbomen, oleanders, citrusbomen, vijgen, palmen, Agapanthus, en kruiden als rozemarijn. En er wordt een collectie aangeplant van zonneroosjes (Cistaceae).

Doorkijkje

Hortus botanicus Leiden 2024 57


Middeleeuwse waltoren

Er bestond al een vermoeden dat men bij het afgraven van het talud op middeleeuwse resten van de stadmuur en een oude waltoren, de Blauwe- of Nobelstoren, zou stuiten. Dit bleek inderdaad het geval te zijn.Hier heeft net zo’n waltoren gestaan als verderop aan de Singel, waar nog een intact exemplaar tussen het groen staat. In zo’n geval wordt er archeologisch

Archeologisch onderzoek

ontwerpt mee aan bloei Hortus botanicus

architectenbureaugerardsmit.nl

onderzoek gedaan aan de hand van een Programma van Eisen. Diverse archeologen van Archol, een zelfstandig archeologisch onderzoeksbureau van de Universiteit Leiden, hebben de plek onderzocht. Wellicht is het mogelijk een stuk van de blootgelegde oude muur en toren zichtbaar te maken naast het pad met een mooi informatiebord erbij. De toch al historische Hortus krijgt er zo een prachtig historisch aspect bij.

Nog bestaande waltoren aan de Jan van Houtkade


Vaardige Vrienden gevraagd Er lopen in de Hortus twee spannende, maar nog onzichtbare projecten: we werken aan een boek over de geschiedenis van de tulp en de Hortus, én we bereiden een serie online colleges voor over het gebruik van planten door de mens. Geweldig leuk, maar bewerkelijk. Nu is er ongetwijfeld heel wat kennis en vaardigheid te vinden onder onze Vrienden. Daarom doen wij de oproep om u aan te melden als u zin heeft om mee te lezen, schrijven, denken of speuren. [tekst] Hanneke Jelles [foto] Jan Meijvogel [afbeelding] Teylers Museum

Historisch Hortusboek

Twee zaken kwamen prachtig bij elkaar: Arie Dwarswaard, bollenkenner bij uitstek, heeft de geschiedenis van de tulp goed op papier gezet. Vanuit gedegen bronnen, zonder alle verhalen die eromheen zijn ontstaan. En stagiair Esme Holding heeft, ook met gebruik van allerlei archieven en andere bronnen, de geschiedenis van de Hortus in data op een rij gezet. Die twee zaken samen zouden een prachtig boek kunnen vormen om ons jubileumjaar 2025 luister bij te zetten. Een uitgever hebben we al. Maar er zitten nog allerlei gaten in de informatie.

Vier tulpen, Henriëtte Geertruida Knip [afbeelding] Teylers Museum

Wie wil helpen beeld op te vragen, te redigeren, de laatste artikelen te schrijven en mee te denken?

Plant en mens

Planten zijn bedreigd, maar de kennis van wat mensen van oudsher, tot op de dag van vandaag, overal ter wereld met die planten doen, die kennis verdwijnt nog sneller. Het lijkt ons geweldig om samen met het Wereldmuseum in een serie professionele films gebruikers en kenners aan het woord te laten. De serie colleges die zo ontstaat, vormt ook een oproep om de eigen kennis te delen. Die kan dan weer een plekje krijgen in onze database en wordt op die manier geborgd en gedeeld.

Ook hier de vraag: wie wil meehelpen, meedenken of meepraten? Stuur een bericht met uw naam en het type hulp dat u wilt bieden aan educatie@hortus.leidenuniv.nl, zo mogelijk voor eind februari 2024.

Boemetjes van de cacaoboom [foto] Jan Meijvogel

Hortus botanicus Leiden 2024 59


Met plezier denken wij terug aan de restauratie van de Hortus Botanicus

www.burgy.nl


Colofon

Magazine van de Hortus botanicus Leiden 2024 ‘Hortus Leiden’ is een jaarlijkse uitgave van de Stichting Vrienden van de Leidse Hortus en de Hortus botanicus Leiden. Het magazine wordt kosteloos verspreid onder de Vrienden van de Leidse Hortus. Redactie: Annemarie Broersma, Mia Hopperus Buma, Emma Knapper, Adri Mulder (hoofdredacteur), Jack Sluijs

Met bijdragen van: Stine Berg Evensen, Merle Bergers, Maxime Boersma, Annemarie Broersma, Annemarie Heiduk, Mia Hopperus Buma, Peter Inklaar, Hanneke Jelles, Paul Keßler, Emma Knapper, Margot Lodewijk, Adri Mulder, Norbert Peeters, John van Ruiten, Jack Sluijs, Wim Voortman, Ton van Zijp

[foto] Cunie Sleijpen

Hoe zijn de donaties van de Vrienden van de Leidse Hortus in 2023 besteed? In 2023 heeft de Stichting ruim € 100.000 ontvangen aan incidentele en reguliere bijdragen van Vrienden en Adoptanten. Dat is een vergelijkbaar bedrag ten opzichte van 2022. Daarnaast ontving de Stichting nog een aanzienlijk bedrag uit een nalatenschap.

Nora De Angelii, Stine Berg Evensen, Merle Bergers, Marjolijn Bol, Simone Both, Hans Clauzing, Collectie Margaret Kong, Efram Goldberg, Annemarie Heiduk, Evelyn Jessurun, Antonio Kamerling, Lena Kettner, Emma Knapper, Hein Leertouwer, Ulrich Meve, Jan Meijvogel, Adri Mulder, Mathilde Simons, Cunie Sleijpen, David Styles, Nuala Teerink, Tuingoed Foltz, Maaike de Voogd, Rogier van Vugt, Marieke Verdenius, Duco de Vries, Gregor Weber, Martin White, Jan Wieringa, Wikimedia Commons

Door deze ontvangsten was het mogelijk een financiële bijdrage te leveren aan de organisatie van publieksactiviteiten rondom het themajaar Water. Bovendien is een bedrag ter beschikking gesteld voor het jaarlijkse bomenonderhoud en is een bedrag vrijgemaakt voor de administratieve ondersteuning die de Vrienden krijgen van de medewerkers van de Hortus. Ook heeft het bestuur in 2023 weer een bedrag ter beschikking gesteld voor educatieve activiteiten (o.a. lesprogramma Technolab) georganiseerd in de Hortus. Daarnaast zijn er bedragen verstrekt voor onderzoek en onderwijs (Citizen Science: stoepplantjes en verborgen biodiversiteit) en voor de toegankelijkheid van de Hortus. Er is een bedrag toegezegd voor het realiseren van een overkapping ten behoeve van educatieactiviteiten. Mede dankzij de ontvangen nalatenschap heeft de Stichting een substantieel bedrag ter beschikking kunnen stellen voor het realiseren van de ‘Ronde Sterrewacht’. Verwacht wordt dat dit project in het voorjaar van 2024 kan worden afgerond. Op onze website treft u het volledige financiële overzicht aan van de baten en lasten 2022 (2023 volgt z.s.m.) en de balans per 31 december 2022 (2023 volgt z.s.m.).

Afbeeldingen en illustraties:

Ton van Zijp, penningmeester

Fotografie:

Iris van den Akker, Stine Berg Evensen, Maxime Boersma, Musée du Louvre, Bureau Mijksenaar, Shutterstock, Laura Teekens, Teylers Museum, Leslie Tjon Sie Fat, UBL: Bijzondere collecties, Lisanne Wepler, Esmée Winkel

Met medewerking van: Barbara Gravendeel, Hanneke Hulst, Ineke Huysman, Margaret Kong, Diedel Kornet, Jaco Kruizinga, Annette Los, Yara Peterse, Roos Petrovskyi, Michèle Segond von Banchet, Gerard Smit, Chantal Spruit, Nuala Teerink, Gerda van Uffelen, Patricia Vandecasteele, Tom Veldhuis, Hennie Völker-Dieben, Gabriëlle van der Voort, Lisanne Wepler, Koen van Zoest

Vrienden en Redactie Magazine Postbus 9500, 2300 RA Leiden hortusvrienden@hortus.leidenuniv.nl www.hortusleiden.nl/vrienden

NL68 INGB 0003 9138 13 KvK 41169121

Hortus botanicus Leiden Rapenburg 73, 2311 GJ Leiden T. 071-527 51 44 info@hortusleiden.nl www.hortusleiden.nl Vriend worden? hortusleiden.nl/wordvriend

Vormgeving: Sandy Klein Gunnewiek, Lagrouw Communicatie, Werkendam, www.lagrouwsc.nl

Stichting Vrienden van de Leidse Hortus Bestuur John van Ruiten Mia Hopperus Buma Adri Mulder Ton van Zijp Gerbrand van den Ban Annette Los

Voorzitter 1ste Secretaris 2de Secretaris 1ste Penningmeester 2de penningmeester PR en Communicatie

Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door print-outs, kopieën, of op welke andere manier dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Hortus botanicus Leiden 2024 61


Fonteinkruid stengel

Stolp met egelantier


Pinksterbloem Ereprijs

Bloemen van papier [tekst, foto en afbeeldingen] Stine Berg Evensen [vertaling] Yara Peterse, www.stinebergevensen.nl

O

p een natte winterochtend stuitte ik vlak voor mijn jaren ‘60-woning op de allerkleinste viooltjes. Kort daarvoor was ik begonnen met het dagelijks vastleggen van de min of meer wilde bloemen bij mij in de buurt in Amsterdam-Noord. Ik maakte ze van aquarelpapier en aquarelverf. Toen ik opgroeide in de bergen van Noorwegen, had ik alleen maar over het viooltje gehoord en nu ik er voor het eerst aan rook, gaf de geur me een kort moment van geluk. Binnen aan mijn werktafel maak ik mijn bloemen door eerst stengels en bladeren uit wit, dik en stug papier te knippen. Daarna verf ik ze en, terwijl het papier nog vochtig is, vouw en vorm ik de objecten. Vervolgens knip en verf ik bloemblaadjes en zet ik alle kleine details in elkaar. Proberen om bloemen na te maken, is voor mij een manier om dicht bij ze te blijven. Als ik een bloem heb gemaakt – en ik heb er nu bijna tweehonderd gemaakt – vallen ze me daarna buiten in de stad en langs de stadsranden altijd op. Het voelt alsof we oude

vrienden zijn. Zodra het nieuwe jaar begint, ga ik - veel te vroeg - op zoek naar de viooltjes in de hoop ze weer te ruiken. Maar in plaats daarvan vind ik dan vaak een nieuw plantje dat gemakkelijk over het hoofd wordt gezien en me lijkt te vragen om ook van papier te worden gemaakt. Een zeldzaam geval van geurende papieren bloemen is te vinden in het Bezoekerscentrum Tenellaplas van het Zuid-Hollands Landschap, in het duingebied van Voorne. In deze tentoonstelling, ontworpen door Meta Menkveld Ontwerp & Jongma Ontwerpers, worden vier verschillende planten gepresenteerd alsof ze in extra grote parfumflesjes zitten. Hierdoor kun je de geur van egelantierbladeren en van de bloemen van parnassia, watermunt en kamille opsnuiven en te weten komen welke soorten insecten erdoor worden aangetrokken. Sinds ik deze bloemen voor de tentoonstelling heb gemaakt, wrijf ik -als ik ze tegenkom- altijd de bladeren tussen mijn vingers en houd ik deze onbeschaamd onder mijn neus.

Stine geeft workshops in de Hortus op 5 april, 17 mei, 30 juni en 1 september.

Wilde cichorei

Maarts viooltje

Waterlelie detail

Hortus botanicus Leiden 2024 63


DJOSER

De andere manier van reizen

Brochure? Scan de code of 071-512 64 bel 00

Djoser Rondreizen

Djoser Family

Djoser Wandel & Fiets

Meer dan 250 pagina's prachtige groepsrondreizen.

Ontdek de wereld met je kinderen.

Beleef een land op een actieve manier.


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.