Crotalaria - Fabaceae

Dit grote geslacht van vlinderbloemigen telt zo'n 600 soorten uit de warmere streken van de wereld, maar het merendeel ervan komt uitsluitend voor in Afrika en Madagaskar. Er horen eenjarigen bij, groenblijvende vaste planten, halfstruiken en struiken. Het blad is enkelvoudig of verdeeld in 3 blaadjes en de middelgrote tot grote vlinderbloemen zijn meestal geel of groenig geel. Karakteristiek zijn de harde, opgeblazen peulen waarin bij de meeste soorten losse zaden zitten die, als ze droog zijn, een ratelend geluid maken als de peul beweegt: ze worden dan ook wel ratelstruik genoemd.

Kuip- en terrasplanten
Crotalaria semperflorens - ratelstruik

Nederlandse naam: ratelstruik

Andere gebruikte benamingen:

Bloemkleur: geel

Bladeren: frisgroen, onderzijde licht behaard

Crotalaria semperflorens of ratelstruik,
is een soort afkomstig uit India die zicht opwerkt tot een hoogte van 2,5 m, bijna 2 m breed wordt en een open, vertakte groeiwijze heeft. De ovale, 10-15 cm lange bladeren zijn aan de bovenkant frisgroen, aan de onderzijde witbehaard en worden vergezeld door een paar veel kleinere, ongesteelde steunblaadjes aan de basis van de bladsteel. De fel gele vlinderbloemen zijn zo'n 3 cm groot en bloeien 's winters in lange, eindstandige aren. Wordt gehouden als éénjarige kuip- of borderplant.

Standplaats

Vorstgevoelige planten die een beschutte plek in de volle zon verlangen en matig vruchtbare, goed doorlatende grond. Na de bloei snoeien om ze compact te houden en een eventuele tweede nabloei te stimuleren.

Vermeerderen uit voor geweekt zaad of uit topstek in voorjaar of zomer.